‘Vers gevangen’ heet de nieuwe, alweer vijfde bundel van Merel Morre (Rosmalen 1977), de voormalige stadsdichter van haar woonplaats Eindhoven. Om zich heen kijkend, situaties beschouwend, mensen observerend, luisterend naar wat zij zeggen, hengelt zij al associërend en commentariërend haar poëzie bij elkaar.
door Peter van Vlerken
Merel Morre draait al een tijdje mee in de dichtkunst, maar is nog altijd de frisse verschijning waarmee ze haar entree maakte in de poëzie. Aan haar is, om maar eens een aangedikt (en achterhaald?) clichébeeld uit de kast te halen, de muffe zolderkamer niet besteed waar veel ongewassen, doorrookte dichters in afzondering de verzen in aloude vormen uit hun vermoeide hoofden trachten te persen. Nadrukkelijk treedt zij naar buiten, zonder daarbij haar bescheidenheid te verliezen.
Dagelijks
Haar bekendheid dankt Morre dan ook voor een deel aan haar met verve vervulde rol als stadsdichter van Eindhoven tussen 2013 en 2015. Daarbij bediende ze zich van Twitter en Instagram, waar ze aan veel volgers bijna dagelijks een bespiegeling op de actualiteit, zomaar een gedachte op de vroege ochtend, of een paar dichtregels prijsgaf. Dat doet ze nog steeds, met aanstekelijk plezier.
Ze schrijft soms in opdracht, vaak bij treurige gebeurtenissen waar de dichtkunst nog altijd een troostende en bemoedigende taak te vervullen heeft, en laat vervolgens op sociale media weten hoe dankbaar de reacties zijn die haar ten deel vallen. Uit haar tweets valt op te maken dat haar verzen inmiddels her en der in het land aan gevels zijn gespijkerd of anderszins in de openbare ruimte zijn te lezen. Meestal is dat met haar toestemming gebeurd, maar ze kan zich boos maken als het illegaal heeft plaatsgevonden en zonder dat zij er een gage voor heeft ontvangen. Ook dat deelt zij dan.
Heel goed Merel! Dichten is haar werk en haar kostwinning verdomme en ze laat zich terecht de kaas niet van het brood eten. Alleen al het feit dat zij er alles aan doet te kunnen leven van haar poëzie is niet alledaags voor een dichter en verdient respect. Menig kunstenaar in diverse takken van sport zou er een voorbeeld aan kunnen nemen. Via internet verkoopt Merel Morre ook sieraden. Klaartje – haar zus, meen ik – is zilversmid en fabriceert ringen, armbandjes en kettinkjes met een paar poëtische woorden erop die Merel heeft bedacht. Een dichter die geen geheim maakt van haar commerciële aspiraties, ook dat tintelt van de nieuwigheid.
Onbevangen
Als om haar frisheid als dichter te etaleren, noemde zij haar vijfde bundel Vers gevangen. Evenals in haar vorige dichtboeken getuigt ze ook daarin van een onbevangen blik op de mensen en de wereld, zoals in haar gedicht zonder zijwieltjes’:
een man wankelt op wielen
een man skeelert
voorbij zijn schaamte
door de straten
hij heeft weer even
de motoriek van een kind
zonder zijwieltjes
hij heeft weer even
de elastieken benen
van een veulen
ik zie het en weet
alles komt goed
alle twijfel
loopt op rolletjes
zo verbetert een man
de wereld vandaag
Je zou haar observaties, want die brengt ze bijeen in deze bundel, bijna kinderlijk kunnen noemen. Of ze het altijd heel scherp ziet, weet ik niet. Ik zou een veulen geen elastieken benen toedichten. Maar verwonderd is wel de blik waarmee Morre om zich heen kijkt, alsof zij de dingen voor het eerst ziet. Je zou het naïef kunnen noemen, in de beste betekenis die je aan die kwalificatie kunt geven.
Morrelen
Zo gaat ze ook om met taal, als een kind dat haar speelgoed van alle kanten bekijkt en er steeds iets nieuws in ontdekt. Ze maakt gebruik van de dubbele betekenis van woorden, zoals ‘vers’ in de titel, en morrelt (!) aan uitdrukkingen, zoals met de titel van haar vorige bundel: Het bekende weg in plaats van ‘de bekende weg’, waardoor het ineens een heel andere lading krijgt.
Ook omkeringen behoren tot haar vaste repertoire. Zo opent haar nieuwe bundel met een ‘disclaimer’, waarin wordt beweerd dat overeenkomsten met bestaande personen en gebeurtenissen opzet zijn, in plaats van toeval, wat de meeste auteurs schrijven in de verantwoording van hun boeken. Dit maakt zij ervan als ze afrekent bij de supermarktcaissière:
wilt u er hoopzegels bij?
– nee dankjewel
spaart u voor wereldvrede?
– nee ook niet
wilt u de zon?
– nee hoor
fijne dag nog
– nee
De boodschap die Merel Morre in haar poëzie stopt is vaak grappig verpakt. Haar gedichten hebben een vrije vorm, zijn soms op rijm en blijven vrijwel altijd heel toegankelijk. Bovendien houdt ze het kort. Dat verklaart veel van haar populariteit.
Afvragen
Los van de kwaliteiten waarover zij beschikt en het eigen geluid waarmee ze als dichter aan de weg timmert, is het de vraag of haar bundels zelfstandig lang overeind zullen blijven. Het is allemaal wat vluchtig dikwijls. De beelden die ze oproept verdwijnen weer snel uit je gedachten. In plaats van dat ze uitnodigen tot herlezing en overdenking blijven haar gedichten aan de oppervlakte. Ze laten weinig over aan de verbeelding van de lezer. Meer dan wat ze zijn, zijn ze niet. Bij sommige gedichten kun je je afvragen of het wel gedichten zijn:
je kunt zeggen wat je wilt
je kunt ook zwijgen
wat je wilt
Dit lijkt mij als bespiegeling op een discussie uit de actualiteit meer een aforisme dan een gedicht, al behoren aforismen ook tot het arsenaal van veel dichters en is de afbreking tussen de tweede en de derde regel dan wel weer een mooi voorbeeld van de taalvondsten waar Merel Morre in grossiert.
Merel Morre, Vers gevangen. Groningen: Palmslag 2020. 90 pp.,
ISBN 9789493059672, pb., € 15,95.
© Brabant Cultureel 2020