door JACE van de Ven
Kan ik nog wel in het openbaar mijmeren over kunst en cultuur als er zoveel kunstuitingen aan mij voorbij gaan? Om eerlijk te zijn heb ik mij in geen enkele moderne kunstuiting zozeer verdiept dat ik kan meepraten over de ins en outs ervan. Al tijden niet. Films of boeken bekijk of lees ik vaak jaren nadat ze uitgekomen zijn. Belangrijke exposities, concerten en toneelvoorstellingen bezoek ik zelden. Het enige culturele evenement dat ik momenteel gereserveerd heb, is een recital van de Amerikaanse sopraan Nadine Sierra in de Waalse Opera in Luik op zaterdag 1 mei 2021, maar zij is momenteel in mijn ogen misschien wel de beste operazangeres ter wereld.
Kun je dat eigenlijk wel zeggen in de kunst, de beste? Is het aanleggen van lijstjes – vooral de popmuziek is daar sterk in – niet iets puberaals? Kunstuitingen zijn zo particulier dat ze nauwelijks in waarde met andere kunstuitingen te vergelijken zijn. Goed, er zijn constanten: als er een top tien aller tijden in de kunst aangelegd zou moeten worden – quod non – zouden grootheden als Bach, Shakespeare, Michelangelo, Dostojevski en Beethoven er niet in kunnen ontbreken. In Noord-Brabant zouden Vincent van Gogh – mag van mij ook in de top tien van de wereld – Jeroen Bosch en Antoon Coolen zekerheden zijn. Er bestaat kennelijk kunst die persoonlijke smaak en tijdgeest overstijgt. Maar lijstjes?
Er bestaat kennelijk kunst die persoonlijke smaak en tijdgeest overstijgt.
Wat heb je aan lijstjes als je de context ervan niet kent? Wat moeten mensen die niets van de geschiedenis weten bijvoorbeeld met een nationale canon? Je kunt wel uitleggen dat Willem van Oranje de vader des vaderlands is en dat hij vocht voor godsdienstvrijheid, maar het zou dan wel correct zijn om ook te vermelden dat delen van Nederland zoals Noord-Brabant in dat vaderland behandeld werden als koloniën en dat openbare uitoefening van het katholicisme niet onder het vaderlands begrip van godsdienstvrijheid viel. Al explicerend kom dan je er vrij snel achter dat je aan de gehele geschiedenis geroken moet hebben om historische figuren enigszins te kunnen plaatsen.
Welnu, u begrijpt het al, zo is het ook met de kunst, in de zeker vijfenvijftig jaar – ik ben zeventig – dat ik iets van kunst probeer te snappen, heb ik mij haar niet eigen kunnen maken, maar ik heb haar wel, als ik haar tegenkwam, en dat was dagelijks, in welke verschijningsvorm dan ook, bekeken, geroken en betast, geproefd en op haar gekauwd. Met Franz von Schober kan ik zeggen:
Du holde Kunst, in wieviel grauen Stunden,
Wo mich des Lebens wilder Kreis umstrickt,
Hast du mein Herz zu warmer Lieb‘ entzunden,
Hast mich in eine beßre Welt entrückt!
Hij zegt het met woorden uit de Romantiek en we hadden zijn tekst nooit gekend als zijn bijna naamgenoot Franz Schubert hem niet op muziek had gezet, maar we begrijpen wat hij bedoelt. Want hoewel kunst pijn kan doen en zich niet per se in een betere wereld afspeelt, voelt de indruk die zij in je ziel print toch positief. Alsof er iets in het leven volkomen is geworden.
Want hoewel kunst pijn kan doen en zich niet per se in een betere wereld afspeelt, voelt de indruk die zij in je ziel print toch positief.
Maar laat ik hoogdravende vaagheden zoveel mogelijk achterwege laten, het gaat om het al dan niet iets kunnen zeggen over kunst. Ik ken kunstliefhebbers die per se zonder gids door een tentoonstelling willen, omdat uitleg hen stoort. Ik kan dat begrijpen, maar heb dat zelf niet. Sterker nog, ik toets mijn mening graag aan die van een ander, zeker als die ander beter ingevoerd is dan ik. Het gaat om de vraag of ik zelf iets over kunst mag en kan zeggen als ik niet voldoende op de hoogte ben van veel moderne verschijningsvormen ervan.
Het ligt er maar aan over welk facet van de kunst ik iets zeg, denk ik. Hoewel kunstuitingen veranderen – al was het maar door nieuwe media en ontdekkingen – blijft de kunstenaar dezelfde. Hij is degene die jouw verbeelding in gang zet. Hij wijst je – mogelijk onbewust – op een andere wereld dan de wereld die zich aan je voordoet. Hij bekijkt de werkelijkheid vanuit een ander standpunt dan het meest voor de hand liggende en laat jou op die manier elementen van die werkelijkheid zien waarvan jij van tevoren niet wist dat ze bestonden of zelfs zouden kunnen bestaan.
De kunstenaar wijst je – mogelijk onbewust – op een andere wereld dan de wereld die zich aan je voordoet.
Dat gaat anders dan bij een leraar die iets uitlegt. De kunstenaar kent immers niet alle ins en outs van zijn kunstwerk en is dat wel zo, dan is zijn kunst waarschijnlijk te cerebraal. Dan komt kunst te dicht bij wetenschap. Kunst mag wetenschappelijke elementen bevatten, maar mag geen wetenschap zijn. Vaak raakt ze aan religie of filosofie, vooral als zij het heeft over het menselijk bestaan, maar ook dan moet ze op bijna naïeve wijze vragen blijven stellen in plaats van te antwoorden te geven op vragen.
Kunst mag wetenschappelijke elementen bevatten, maar mag geen wetenschap zijn.
Zowel wetenschap als kunst zouden het kunnen hebben over het feit dat er miljoenen bollen rondvliegen in een uitdijend heelal, de wetenschapper stelt indrukwekkende theorieën op, de kunstenaar laat u voelen hoe het is om op één van die bollen te zitten zonder te weten waarom.
Op de een of andere manier hoort kunst daarover te gaan, van de eerste grottekeningen tot multimediaprojecten anno 2020. Denk ik. Ook in de wereld van nu met zijn elke dag iets nieuws, zijn teveel aan beelden, teveel aan actie en al zijn virtuele extra’s en met zijn idee dat kunst helemaal niet meer voor de eeuwigheid gemaakt wordt en dat alle meningen gleichgültig zijn, blijft het gaan om de verbeelding van het individu in dat onbegrijpelijke geheel.
Hoewel ik voor u geen gids kan zijn wat betreft het duiden van nieuwe kunstuitingen, kan ik wel samen met u op zoek blijven, bijvoorbeeld met de bekende regel van Gerard Reve ‘Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?’ in het achterhoofd.
Ondanks dat we niks vinden, blijven we zoeken. Ook dat zou een definitie van kunst kunnen zijn.
Kijk en luister naar Nadine Sierra:
© Brabant Cultureel 2020