Geen idee hoe de collectie van het Tongerlohuys er normaal uitziet, maar ik heb met genoegen rondgelopen in de tijdelijke opstelling TONG IV Send in the clowns in dit Roosendaalse musem. Een waarschuwing vooraf: u moet snel zijn want ze sluit al op 23 augustus 2020.
door Arnold Verplancke
Send in the clowns heet deze opstelling. Voor de vierde keer hebben kunstenaars van Roosendaalse huize zich creatief mogen uitleven op de collectie van het Tongerlohuys, het museum dat zich eigenlijk richt op de lokale en regionale geschiedenis. De kunstenaars hebben de historische en nostalgische voorwerpen in nieuwe verbanden geplaatst en vooral aangevuld met eigen werk dat zorgt voor commentaar en actualisering.
Witheren
Een voorbeeld. Vlak na de ingang staat middenin de looproute een figuur in witte pij op wiens hoofd een tafel kapot is geslagen. Getuigenis (III) noemt Gijs Assmann zijn werk. Niet moeilijk om de link te leggen naar de paters Norbertijnen – ‘witheren’ – uit Tongerlo die hier een grote pastorie hadden, het huidige museum. Zij zijn door de eeuwen heen actief geweest in het onderwijs, dus wie weet beeldt dit de wraak uit van een gefrustreerde leerling.
Ook verderop in de expositie herinnert een houten bisschopsbeeld aan het Roomse verleden. Het staat met de onbewerkte rug naar de passant. Een vastgebonden bisschopsstaf op de rug en met de bijna onzichtbare voorkant naar de hoek. Als je goed kijkt, zie je in die hoek, op de grond voor de bisschop, een knielend stenen vrouwenfiguurtje, de handen op de rug. De associatie met kindermisbruik in de katholieke kerk ligt voor de hand.
Malawi
Maar mij schiet ook een ander beeld in gedachten. Malawi 2005. In dat Afrikaanse land loop ik samen met een zwarte priester zondags naar zijn kerk om de mis bij te wonen. Op het ruwe kerkpad knielt een gelovig meisje. Zij reikt eerbiedig naar zijn hand. Hij zegent haar. Eerlijk en oprecht, zowel hij als zij.
Het Tongerlohuys toont van oudsher het erfgoed van Roosendaal, onder meer als spoorwegknooppunt en industriestad. Achtergebleven koffertjes met allerhande spullen herinneren aan de grenscontroles van weleer. Kinderspeelgoed als een pop, een beertje, een tol en een Winterboek raken een gevoelige snaar. Wat moet ze zonder haar knuffels?
LIGA
Niet dat ik het wist, maar Roosendaal blijkt ook de stad te zijn waar de LIGA biscuits vandaan kwamen. Van die voedzame koeken voor kinderen die iedereen in de vorige eeuw wel kende. Van die reclame met het blozende, schaterende blonde meisje met haar ronde toetje. Q.S. Serafijn dacht lang dat het liefelijke LIGA-meisje bij hem in de straat woonde, zo vertrouwd was ze kennelijk voor hem. Nu toont hij een serie schilderijen waarin de LIGA-koek als een soort heilig boek uit de hemel komt, vervolgens een overdreven witharig roze meisje dat ‘Wir lieben LIGA’ uitroept, en commentaren daarop zoals ‘Ich sollte schwarz sein’.
Vluchtelingen
Commentaar en actualisering zijn ook te vinden op het thema vluchtelingen. Een heel treffend schilderij van Leo Gestel (1881-1941) uit 1914 zet voor mij de toon. Het zijn Belgische mannen, vrouwen en kinderen die uitrusten op hun vlucht naar Noord-Brabant. Uit angst voor het geweld van de Duitse bezetters in de Eerste Wereldoorlog hebben een miljoen Belgen onmiddellijk de veiligheid gezocht, hier over de grens in het toen neutrale Nederland.
Koen Vermeule heeft geïnspireerd door werk van Leo Gestel een muurschildering gemaakt van mensen op de vlucht. En op diezelfde muur en de tegenoverliggende hangen werken van Vermeule uit 2019 als Ufer en Blossom. Vluchtelingen die aan de oever naar de mogelijk veiliger overkant kijken, of mensen die zittend aan een brede stroom naar het kale niets in de verte turen.
Judith Krebbekx onderzoekt dit thema eveneens in haar grote tekening Gimme Shelter, een titel ontleend aan de Rolling Stones. Twee handen domineren het doek: een zwarte liefdeshand met lelies en een witte zegenend. Een groepje vluchtelingen is links te zien en een gekroond, vrijend paar rechts. Het moet een veilige afgesloten tuin voorstellen, maar de donkere wolken rechts en de Magere Hein-figuren links geven aan dat alles tijdelijk en vergankelijk is.
De titel Send in the clowns dringt zich nog even op bij het hartverwarmende schilderij Stef dat Koen Vermeule maakte van zijn zoontje bij Circus Elleboog.
De vijf kunstenaars die deze keer mochten huishouden in het museum zijn dezelfde als die dat in 2001 als eersten mochten: Gijs Assmann (1966), Berend Hoekstra (1958), Judith Krebbekx (1967), Q.S. Serafijn (1960) en Koen Vermeule (1965). Zij hebben niet alleen een interessante expositie gemaakt in Roosendaal, maar voor mij opnieuw aangetoond dat het uitstekend werkt om eigentijdse kunstenaars op een bestaande collectie los te laten. Ze weten nieuwe perspectieven te bieden, interessante combinaties te maken en een heel museum te verfrissen. Kortom, dit verdient alleen maar lof en navolging.
Passage
Ik heb al eens eerder beschreven hoe fijn het is een gekoeld museum in te duiken als het kwik buiten de vijfendertig graden bereikt. Helaas geldt dat niet voor het Tongelohuys, waar ik weinig verkoeling heb ervaren. Beter uit te houden was het in de volgende verrassing die ik tegenkwam in Roosendaal. Vlakbij het Tongerlohuys en schouwburg De Kring prijkt een bordje Passage. Je weet niet wat je ziet als je daar binnenloopt. Volledig Venetiaans aandoende winkelstraatjes en een pleintje met restaurant Milano. De gevels blijken letterlijk gekopieerd uit Italië.
Je moet er van houden. Het is natuurlijk een bonte kermis van kleuren en vormen. Ik heb begrepen dat menigeen deze overdaad afkeurt, maar voor mij als argeloze bezoeker van West-Brabant blijkt het een onverwacht vrolijk sprookje dat uitnodigt op het terras van Milano iets verfrissends te drinken.
De welgestelde eigenaar van de Passage en zijn echtgenote blijken in Detroit te zijn vereeuwigd als wassen beelden van het niveau Madame Tussaud. Dit wassen echtpaar zit nu zeer levensecht op het royale balkon boven de bar van Milano. Ze keuvelen ogenschijnlijk en drinken koffie. Alsof dit nog niet genoeg is, draait de scène elk kwartier. De man neemt dan de microfoon en zingt een Italiaanse schlager, begeleid door pianist, accordeonist en bassist; allen levensecht maar in was gegoten.
Neem de tijd zou ik zeggen, om ook de tweespraak te horen tussen de bewegende beelden van de ontdekkingsreizigers Marco Polo en Columbus, gescheiden door de wereldbol van Casa di Mondo. U kunt ook winkelen in de Passage, maar daar ga ik natuurlijk geen reclame voor maken, hoewel ik er zelf een leuke herenmodezaak heb gevonden.
Tenzij anders vermeld zijn de foto’s gemaakt door Arnold Verplancke.
© Brabant Cultureel 2020