door Jace van de Ven
Rensz Gorisse (1951) uit Oosterhout maakt al zijn hele leven muziek. Hij kreeg in de jaren tachtig enige bekendheid via de Muziekgroep Buitenspel, maar vooral sinds 1996 onder eigen naam toen hij de cd Hed’ effe uitbracht in het Wosterouts dialect. Na zijn pensionering als leraar aan het Cambreur College in Dongen ging hij er nog eens extra tegenaan met de theatervoorstelling Spiegeltje, spiegeltje en het boek ’t Echte werk dat vorig jaar verscheen. Aan dat boek werd meegewerkt door kunstenaars en scholieren en er was een schoolproject, een tentoonstelling, een voorstelling en een website aan gekoppeld, allemaal bedoeld om de streektaal rond Oosterhout toegankelijker te maken.
Heel mooi, maar ik wil er hier niet te ver op ingaan, omdat ik niet in het vaarwater wil treden van het tijdschrift Brabants dat in onze provincie op hoog niveau dialectzaken behandelt. Ik wil het hebben over de Stichting Kleurke die Gorisse vorige jaar oprichtte.
Hoewel? Een paar alinea’s uit ’t Echte Werk wil ik u niet onthouden, omdat ze me erg aanspreken. Gorisse vertelt erin dat hij samen met anderen was gevraagd om iets voor te lezen uit een boek dat ze zelf graag lazen in de bibliotheek van Oosterhout. Hij had echter geen boek meegebracht, maar vertelde de toehoorders in het Wosterouts dialect:
’s Morgens as ik buitenkom dan lees ik de lucht, ’t licht, de wolken in de wind, d’n dauw in ’t gras. Ik lees ’t ongeduld van de peerden as ze staampend mee d’r hoeven op d’r ete stan te wachte. Ik lees de leut van d’n hond die kwispelend mee z’ne stèert goeiendag kom zegge. Ik lees de zurrege van de kloek as ze mee d’r veren wijd dreigend op mèn afkomt en zo probeert om de onnozelheid van d’r poelekes onleesbaor te maoke. Ik lees ’t lekke van de kat die toch alleen mar aon z’n eigen denkt.
Ik lees de zenuwen van m’ne chef as tie mee z’n hande vol papier driftig de koffiekaomer binnenvliegt. Ik lees ’n heel interessaant hoofdstuk bij m’ne maot in de wallen onder z’n ogen en ’t wor pas echt spannend as die nieuwe juf d’re koffie komd aole.
Ik lees ’t weer in ’t gekrioel van de kinderen op ’t schoolplein. De leut van de lente, de zomer de zon, de kleure van ’t najaor en de winter mee z’n wermte van binnen, ik lees ’t in de bloemen en de blaojkes van de bomen of n’n kaole struik. ’n glaske bier: ’n stripverhaol; ’n glaske wijn: ‘nen dikken pil; d’r is zoveul te lezen vur as ge lezen wil.
Ik lees ’t lève van ons moeder in de lijne van d’r aanden en de groeven in d’r gezicht. Ik lees dè altij nog mee m’n ogen dicht.
En zo gaat dat nog even door. Het frappeerde mij, maar nogmaals, het gaat hier over de Stichting Kleurke die op 1 november 2019 feestelijk werd gepresenteerd in een verzorgingshuis in Teteringen. Kleurke had het plan muzikale voorstellingen te brengen voor dementerenden en anderen die zorginstellingen niet uit kunnen. Achterliggende gedachte was dat muzikale beleving voor mensen die hun leven doorbrengen op gesloten afdelingen de laatste ervaring is die een afbrokkelende brein weet op te pikken. Volgens Nederlands bekendste geleerde Erik Scherder overleeft muziek heel lang in een aftakelend geheugen en kun je via muziek zelfs in contact komen met mensen met dementie. Zij leven vaak op als ze muziek horen die ze van vroeger kennen. Op die manier kan een muzikant bijdragen hun kwaliteit van leven.
Kleurke schoot uit de startblokken en had al snel het voornemen om het eerste jaar zo’n 200 optredens te doen in haar werkgebied, grofweg de driehoek Breda-Tilburg-Oosterhout. Ze hadden gemotiveerde muzikanten geronseld die tevreden zijn met een onkostenvergoeding en die graag voor de speciale doelgroep optreden. Maar na 26 muzikale middagen was daar opeens het coronavirus en veranderde het maatschappelijk leven enorm. Je zag weliswaar opeens muzikanten op de trottoirs van verzorgingshuizen en bewoners die achter ramen naar hen zaten te kijken, maar dat is toch iets anders dan wat Kleurke doet.
De mensen die Kleurke wil bereiken zitten vaak in gesloten afdelingen en als zo’n afdeling al uitzicht heeft op straat dan leveren optredens daar volgens Gorisse voor hen vaak meer onrust op dan plezier. Natuurlijk zocht Kleurke wel naar alternatieven na de lockdown. In één tehuis bestond bijvoorbeeld de technische mogelijkheid om via een live-stream bewoners te bereiken, in een ander geval konden ze vanuit de binnentuin optreden en is er samenwerking met een videoclub die video’s maakt die op een geschikt moment in een afdeling kunnen worden afgespeeld.
Het enthousiasme bleef maar de groei van Kleurke blokkeerde nog voor de volwassenheid was bereikt. Hopelijk kan de stichting overleven dankzij vrienden en donateurs. Daarom schrijf ik er ook over. Omdat ik het zo’n sympathiek initiatief vindt, kleur brengen waar ongewild vaak vaalheid heerst. Kleur is een eigenschap van licht en daardoor in overdrachtelijke zin symbool voor leven. Dat klinkt plechtig maar met het Brabantse ‘ke’ achter kleur is er opeens de herkenbaarheid en toegankelijkheid die de stichting uit wil stralen.
Dat de Kleurke nog veel kleur mag brengen.
Meer informatie: www.kleurke.nl