‘De vrijheid die we ervaren is een illusie’, is een van de stellingen die uit de gefilmde portretten van Martin en Inge Riebeek, nu te zien in Stedelijk Museum Breda, naar voren komt. Al tien jaar vraagt dit Bredase kunstenaarsduo overal ter wereld mensen naar de essentie van het leven. De persoonlijke verhalen geven een beeld van wat zich op politiek, sociaal en financieel gebied afspeelt in de wereld. Door de films te tonen in installaties krijgen ze een bredere context.
door Irma van Bommel
Als je de zaal betreedt waarin de expositie Save me from this cold van Martin en Inge Riebeek is ingericht, weet je niet waar je het eerst moet kijken. Stapels autobanden liggen op de vloer, pamfletten bekleden de wanden. Midden in de zaal staat een oldtimer, een wrak, met daarop een beeld van een naakte vrouw. Verderop zien we heiligenbeelden, maar ook kermisverlichting en een aantal bankstellen. Maar bovenal zijn het de films die de aandacht opeisen.
De films worden getoond door middel van drie projecties en al gauw wordt duidelijk dat het om drie installaties gaat, over de positie van de vrouw in de samenleving, over liefde en geborgenheid en over moraal en geloof. Om met dat laatste te beginnen, deze installatie met een kruisbeeld en kermisverlichting bevat slechts één film, van een crimineel die zich bekeerd heeft, op het rechte pad is gekomen en zijn geloof uitdraagt. Van alle portretten die getoond worden is dit het enige waarbij je twijfelt aan de oprechtheid van de spreker. Het gevoel dat de bekeerling een show opvoert, wordt versterkt door de kermisverlichting. De twee installaties met de andere onderwerpen tonen achter elkaar een aantal videoportretten.
De titel van de expositie Save me from this cold heeft te maken met de installatie over de liefde. Allerlei persoonlijke verhalen over geloof, hoop, verlangens, maar ook over teleurstellingen en traumatische ervaringen komen aan de orde.
De autobanden en het autowrak horen bij de installatie over de positie van de vrouw in de samenleving. “Overal in het straatbeeld zie je auto’s”, legt Martin Riebeek uit. “De auto kun je zien als belangrijkste verlengstuk van de man. In de installatie is op de auto het beeld Eva (als Venus) van Lukas van der Meer geplaatst, uit de collectie van het museum. Volgens de bijbel begon met Eva de zondeval. De vrouw, Eva, is hier op de auto geplaatst, als overwinning op de man.” Maar op het tekstbord lezen we: “Eva kijkt toe vanaf de barricade als een moegestreden Jeanne d’Arc.” Vrouwen vertellen persoonlijke verhalen, over hoe zij vanwege hun vrouw-zijn benadeeld worden op het gebied van inkomen, basisrechten of democratie. Andere vrouwen wijzen erop dat de politiek en daardoor de geschiedenis vooral door mannen is bepaald. Of dat de integratie van migranten nog niet is gelukt. Doordat ‘wij’ ervan overtuigd zijn dat het westerse denken de standaard is, stellen we ons in feite intolerant op.
De stellingen die uit deze videoportretten voortkomen, zoals ‘de vrijheid die we ervaren is een illusie’, ‘we worden geïndoctrineerd door onze geschiedenis’, ‘het feminisme is gekaapt door blanke vrouwen uit de middenklasse’, zijn een eye-opener. Markante uitspraken hangen als pamfletten aan de wanden.
Dat de videoportretten sterk de aandacht trekken, heeft te maken met het vaste patroon waarin de films zijn opgenomen. De geportretteerde persoon loopt naar de camera, noemt naam en plaats van herkomst, vertelt een persoonlijk verhaal en wat voor hem of haar de essentie, de zin van het leven is en loopt weer uit beeld. “De film is in één take opgenomen, waardoor het voelt alsof het verhaal rechtstreeks aan jou wordt verteld”, legt Inge Riebeek uit. “Het voelt als een persoonlijke ontmoeting.” Juist deze directheid zorgt ervoor dat bezoekers persoonlijk geraakt worden en menigeen een traantje wegpinkt.
“Het maakt eigenlijk niet uit welke opleiding en achtergrond mensen hebben”, vult Martin Riebeek aan. “Ook de locatie maakt niet uit, kwesties spelen over de hele wereld.” Tijdens de expositie Raketstart, die afgelopen zomer in het museum te zien was en waar kunstenaars uit Breda en omgeving voor het voetlicht verschenen als een soort preview voor solo’s in de komende jaren, was ook al videowerk te zien van Martin en Inge Riebeek. In het magazine dat bij die expositie verscheen, staat: “De persoonlijke verhalen geven een beeld van wat zich op politiek, sociaal en financieel gebied afspeelt in de wereld. Om de snel veranderende wereld beter te begrijpen worden inmiddels ook filosofen, sociologen en wetenschappers geïnterviewd, die vanuit hun eigen vakgebied op de samenleving reflecteren.”
Martin en Inge Riebeek werken sinds 2001 samen. Conservator Marjolein van de Ven vertelde tijdens de persbijeenkomst over de ontwikkeling in hun werk. In 2002 realiseerden zij een opdracht voor een gevangenis in Veenhuizen. Voor een video-installatie maakten ze een film van een landschap. Door op de loopband te lopen en tegelijkertijd de film te zien ervoeren de gedetineerden de installatie als een virtuele ontsnapping. Deze installatie was van invloed op het latere werk van het kunstenaarsduo. Bij het filmen van personen moesten zij van tevoren toestemming vragen, waardoor de spontaniteit wegviel. Toen besloten ze eerst in gesprek te gaan met de mensen die zij wilden filmen. De gefilmde portretten werden hierdoor inderdaad spontaner. Hieruit is The Essential voortgekomen.
Voor deze serie gingen zij in gesprek met mensen die ze op straat tegenkwamen. Dat leverde tot nu toe vijfhonderd bruikbare films op, opgenomen in tweeëntwintig verschillende landen. Er zijn nu zo’n duizend films opgenomen. Bij thuiskomst blijkt de helft niet bruikbaar, vertelt Inge Riebeek, omdat interviews volgens een vast stramien moeten verlopen. Als er iets ontbreekt of mis gaat, bijvoorbeeld als de geportretteerde zijn of haar naam vergeet te noemen, het land van herkomst vergeet te melden of als de concentratie weg is, is de opname onbruikbaar. Het gebeurt ook dat ze iemand tegenkomen die een interessant verhaal heeft, maar dit om de een of andere reden niet op film wil laten vastleggen.
Gemiddeld wordt een videoportret vijf à zes keer achter elkaar opgenomen voordat het er goed op staat. Niet vaker, want dan verdwijnt de spontaniteit. Voor performers (mensen die een act opvoeren) geldt dat het doorgaans twee à drie keer achter elkaar wordt opgenomen. Als je langer doorgaat, worden ze moe. De films van de performers zijn vanaf eind maart te zien bij Pennings Foundation in Eindhoven. Ter ere van het twintigste jaar dat Martin en Inge als kunstenaarsduo samenwerken, is er veel aandacht voor hun videokunst. Nu in hun woonplaats Breda en binnenkort dus ook in Eindhoven.
Toch gaan de twee voor het vervaardigen van de videoportretten niet samen op stap, vertelt Inge Riebeek. Vanwege de zorg voor twee kinderen gaan ze om de beurt op reis. De laatste jaren werken ze met een vaste cameraman, Tobias Mathijsen. “Als we op reis gaan zijn we bijna een maand weg en werken we van ’s morgens negen uur tot ’s avonds negen uur op straat. We benaderen mensen, maken afspraken, regelen een tolk, voeren gesprekken, filmen, en na afloop checken we de contactgegevens. Degene die op reis is, kan zich concentreren op het project. De thuisblijver werkt aan betaalde opdrachten en bekijkt het filmmateriaal. Samen beslissen we welke films bruikbaar zijn en welke niet. Het kan gebeuren dat na enige discussie een film als bruikbaar bestempeld wordt, terwijl een van de basiselementen ontbreekt.”
Aan de videoportretten is niet te zien of ze zijn vervaardigd door Martin of door Inge. “Maar”, vertelt Inge, “Ik doe meer vrouwenportretten, vooral de portretten waarbij de vrouwen zich kwetsbaar opstellen. Vrouwen vertellen een persoonlijk verhaal, zeker over een traumatische ervaring, nu eenmaal makkelijker aan een vrouw dan aan een man.”
Hun methode trok de aandacht van een hoogleraar psychiatrie, Jim van Os. De videoportretten van psychisch kwetsbare mensen zette hem aan het denken en bracht hem op een idee over een andere manier van werken. Ervaringsdeskundigen gingen met Martin en Inge Riebeek mee op pad en concludeerden dat zij andere vragen stelden dan psychotherapeuten. Het formuleren van wat hen bezig hield en het later terugzien van de film hielp de patiënten vooruit.
Het duo is bezig met een boek dat net als de serie The Essential gaat heten. Het wordt uitgebracht door The Eriskay Connection in Breda, en vormgegeven door Rob van Hoesel. Voor dit boek interviewde kunsthistorica Anneke van Wolfswinkel Martin en Inge Riebeek en daarnaast ook de hoogleraar psychiatrie Jim van Os, Hendrik Driessen, die het werk van het duo toonde in Museum De Pont toen hij daar directeur was, en Verily Klaassen, die als hoofd kunstzaken van de Rabobank werk van het duo aankocht. Naar verwachting komt het boek uit in april 2020.
Naast de solo-expositie in Stedelijk Museum Breda maakt het werk van Martin en Inge Riebeek vanaf 11 april ook deel uit van de semi-permanente collectiepresentatie van het museum. Acht videoportretten, onder andere van psychisch kwetsbare mensen, worden in installaties gecombineerd met objecten en kunstwerken uit de collectie.
Op 13 maart 2020 is dit artikel op enkele onderdelen aangepast.
De expositie ‘Save me from this cold’ van Martin en Inge Riebeek is nog t/m 23 augustus 2020 te zien in Stedelijk Museum Breda. Vanwege het coronavirus is het museum tot en met 31 maart 2020 gesloten.
https://stedelijkmuseumbreda.nl
De expositie ‘All the World is a Stage’ van Martin en Inge Riebeek is van 29 maart t/m 9 mei 2020 te zien bij Pennings Foundation in Eindhoven. Vanwege het coronavirus is Pennings Foundation tot en met 31 maart 2020 gesloten. Zie de website voor gewijzigde expositiedata.
© Brabant Cultureel 2020