Het was enige tijd relatief stil rond Cappella Pratensis, het vocaal ensemble dat is gespecialiseerd in de meerstemmige muziek uit de vijftiende en de zestiende eeuw en dat thuis is in Noord-Brabant. Woensdag 4 maart 2020 werd met een bijzonder concert een begin gemaakt met een groot vijfjarig project rond de koorboeken van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap in ’s-Hertogenbosch.
door Lauran Toorians
Cappella Pratensis werd in 1987 opgericht door Ludy Vrijdag en Rebecca Stewart, toen verbonden aan het conservatorium in Tilburg. Het ensemble ontleende zijn naam aan de beroemde Henegouwse componist Josquin des Prez (circa 1450-1521) die zich in het Latijn Pratensis noemde, wat in het Nederlands Van der Weide zou zijn. Zangers en componisten uit de Nederlanden – inclusief de Franstalige delen van het huidige België – en uit Noord-Frankrijk waren in die tijd beroemd en overal in Europa gewild aan vorstelijke hoven en bij grote kerkelijke instellingen. Het werk van Des Prez kan gelden als toonbeeld van deze vaak complexe muziek en de naam van het ensemble is dus niet toevallig gekozen. Er klinkt ambitie uit en dat hoge niveau waarnaar Vrijdag en Stewart streefden heeft de Cappella vanaf het begin steeds waargemaakt.
Zwanenbroedershuis
Sinds 2004 staat Cappella Pratensis onder leiding van Stratton Bull die al sinds 1988 als zanger deel uitmaakt van het ensemble. Hij studeerde Taal en Literatuur en vervolgens zang in zijn geboortestad Toronto en later aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. De indrukwekkende reeks cd’s die het ensemble opnam vertoont nauwelijks hiaten in de tijd, maar toch was Cappella Pratensis enige tijd minder nadrukkelijk te horen. Sinds enige tijd is het ensemble thuis in het Zwanenbroedershuis van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap in ’s-Hertogenbosch en nu is het gelukt om financiering te vinden voor een groot project rond de koorboeken die in het archief van deze broederschap worden bewaard.
Deze koorboeken, grote en deels prachtig versierde handschriften, vormen een zeldzame en bijzondere cultuurschat. Zij zijn speciaal voor de broederschap vervaardigd en voor een deel bevatten zij composities die in opdracht van de broederschap zijn gecomponeerd. Het gaat hierbij om muziek van grote componisten uit, grofweg, de tijd van Jeroen Bosch. Aan deze boeken is in het recente verleden al meermaals in publicaties en tentoonstellingen aandacht geschonken, maar nu is het plan om ze de komende vijf jaar ook tot klinken te brengen en die uitvoeringen op cd en via andere digitale kanalen toegankelijk te maken. Ook komen er facsimile-uitgaven van deze kostbare boeken, zodat zowel allerlei soorten wetenschappers als uitvoerenden er wereldwijd over kunnen beschikken. Het wordt geen kopie van het project ‘All of Bach’, maar enige overeenkomst is er wel.
Processie
Het openingsconcert in de Grote Kerk in ’s-Hertogenbosch klonk als een klok. De avond werd geopend met een welkomstwoord namens de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap en een enthousiaste lezing door de handschriftendeskundige Jos Biemans. Na de pauze was het de beurt aan de acht zangers van Cappella Pratensis die onder het zingen van een gregoriaans processiegezang van achter uit de kerk naar het podium schreden. Daar brachten zij samen van de muziekstandaard uit kopieën van de originele handgeschreven muziek de koorboeken tot leven. Doodstil genoot het publiek in de volle kerk van de gewijde klanken die ook al begin zestiende eeuw te horen moeten zijn geweest in de Broederschapskapel – nu de sacramentskapel – in de Sint-Jan. Pas na afloop werd er hard en enthousiast geapplaudisseerd.
Bij zo’n indrukwekkende uitvoering van zulke intense muziek is geen enkele toevoeging nodig. Toch was er op de achtergrond boven de zangers een projectie van bewegende beelden waarin we de koorboeken zagen ontstaan, opgaan in de muziek en langzaam transformeren tot kleurrijke kerkramen met gebrandschilderd glas. Stemmig en mooi gemaakt door New Animated Reality, maar naar mijn persoonlijke smaak toch overbodige franje die mij enkele keren uit mijn concentratie haalde. Andere bezoekers dachten daar anders over, dus nu deze muziek geen gebed meer is, is een toevoeging als deze misschien toch zinvol.
Gebed, want uiteraard is alle muziek in de Bossche koorboeken kerkelijke koorzang bedoeld voor de liturgie. De componisten schreven ook muziek op wereldlijke teksten, maar die moeten we elders zoeken. In al deze gevallen staat altijd de tekst voorop, ook al is de muziek vaak zo complex dat die de tekst versluiert. Dat geldt natuurlijk helemaal voor ons, die de gebruikte talen niet beheersen en vaak ook de Latijnse misgezangen niet meer kennen. De zangers van Cappella Pratensis moeten dan ook niet alleen uitstekend zijn onderlegd in de musicologische finesses van deze oude muziek, maar ook de teksten goed in hun historische context begrijpen. Dat hierbij op alle details wordt gelet, blijkt wel uit het feit dat hier keurig in een zestiende-eeuws Nederlands Latijn werd gezongen. Met in het Haleluja een u als in buut en niet als in boe. Dat belooft nog vijf jaar luisterplezier, tot in de puntjes verzorgd.
© Brabant Cultureel 2020