Het scheppen vanuit het niets lijkt een unieke goddelijke eigenschap. Oude joodse verhalen schetsen hoe de aarde woest en ledig is tot de Eeuwige alles laat ontstaan door het simpelweg te benoemen. De bijbel heeft ze overgenomen in het boek Genesis. Mensen bezitten evenwel ook creatieve vermogens. Zij scheppen nieuw leven en wekken in de kunst nieuwe werelden op.
door Arnold Verplancke
fotografie van Willem Kuijpers en Arnold Verplancke
Museum Krona in Uden laat in twee beperkte maar interessante tentoonstellingen de scheppingsarbeid in haar verschillende vormen zien. In het souterrain krijgt de in maart overleden Brabantse kunstenaar Harry van der Heyden (1941-2019) alle ruimte met de expositie Genesis. Niet alleen veel werken refereren aan de oorspronkelijke ‘creatio ex nihilo’ (schepping uit het niets), tegelijk verwijzen onderdelen van zijn atelier en werktafel naar het creatieve proces van hem als kunstenaar.
Van der Heyden, geboren in Nistelrode, opgeleid in de jaren zestig aan de kunstacademie in Den Bosch als beeldhouwer en daarna woonachtig in Eindhoven, heeft zich in meerdere stijlen en met verschillende materialen uitgedrukt. Opvallend en veelbetekenend in Uden zijn de schilderijen uit de laatste decennia van de vorige eeuw.
Het werk Renaissance uit 1983 weet wetenschap en religie te verbinden. Het toont geometrische figuren die lijken te verwijzen naar de exacte kennis maar ook een duidelijk kruis dat oplicht.
Walking on geometrics (1993) laat een slinger van aaneengesmolten kleine kubussen zien, die mij doet denken aan een DNA-keten. Ik besef dat ik nu zondig tegen de opvattingen van Van der Heyden die niet houdt van al te eenduidige interpretaties.
Niettemin geeft hij een ander groot doek uit 2000 de titel Het leven op aarde mee, waar onderaan de oerzee nog hevig tekeer gaat. Maar bovenin het schilderij zijn duidelijk menselijke figuren te zien, zelfs een paar in een volmaakte figuur: de cirkel.
Ook Geometrical Forms (1999-2000) zet de mens centraal met zijn hoofd in de wolken, maar omsloten door een hekwerk van vierkantjes.
Kerst-Boom-Stal
Museum Krona zou zijn afkomst verloochenen als het in deze maand geen aandacht zou besteden aan de meest besproken en beschreven geboorte aller tijden: die van het Jezuskind ruim twee millennia terug. Onmiddellijk na de entree staan twee eigentijdse en meer dan levensgrote kerstobjecten. Een geheel van karton gemaakte kerststal door Couzijn van Leeuwen uit 2011, compleet met ezel en os die pas eeuwen later aan de oorspronkelijke evangelieverhalen zijn toegevoegd.
Ook tot aan het plafond reikt de Kerst-Boom-Stal van Guido Geelen en Piet Hein Eek uit 2008-2009. Het metalen staketsel moet aan een kerstboom doen denken en daarin hangen op hun kop figuren die bij een kerststal horen. Ze zijn van een dun zilverlaagje voorzien en schitteren als goedkope kerstversiering.
Op een tafel iets verderop zijn enkele kleinere kerststallen te vinden, uit onder meer Italië, Duitsland en Zwitserland. Een Duitse beeldengroep is grappig genoeg uitgedost met folkloristische Duitse kledij.
Ik mis eigenlijk mijn eigen mini reiskerststalletje dat ik ooit cadeau kreeg. Altijd handig als je in de kersttijd op reis bent: dan heb je toch een kerststalletje op het nachtkastje in je hotelkamer!
Sevilla
Onwillekeurig moet ik ook denken aan de gigantische kerstmarkt waarop ik tegen een jaareinde eens terecht kwam in Sevilla. Talloze marktkramen stallen daar enorme beeldengroepen uit. Niet alleen van de traditionele herders met schapen, de engelen en sterren die van alles aankondigen, de koningen of wijzen uit het Oosten die met kamelen en geschenken aankomen, nee complete Romeinse legioenen zijn er te koop om de huiskamer om te toveren in een Bijbels panorama. Ook Egyptische dorpen en legerscharen zijn er te vinden.
In het assortiment zitten niet alleen beeldjes die in de verte met het kerstverhaal te maken hebben, maar ook die over de kinder- en jeugdjaren van Jezus gaan. Vader Jozef en Jezus samen aan de arbeid in de timmerwerkplaats en samen – bewegend en al – een boom doormidden zagend. Taferelen die de bijbel niet hebben gehaald, maar afkomstig zijn uit latere en apocriefe vertellingen over de kinderjaren.
In de zijvleugel van het museum Krona blijkt een echt verrassende mix te vinden van oude houten heiligenbeelden, soms uit de vijftiende eeuw, met eigentijdse afbeeldingen van figuren uit de bijbel of latere tijden. Zo herinnert een mooi reliëf uit 1750 aan de Martelaren van Gorkum die door de protestantse geuzen zijn gemarteld en vermoord: niets minder dan Nederlandse fundamentalisten uit de zestiende eeuw!
Tussen die zijvleugel en de Kerst-Boom-Stal staat bijna onopvallend een prachtige Anna-te-drieën uit begin zestiende eeuw. Dat beeld is afkomstig van de zusters Birgittinessen die nog steeds in een deel van het klooster huizen. Anna, zoals de moeder van Maria volgens de overlevering heet, houdt haar heel jonge dochtertje Maria tegen zich aan, die op haar beurt een peuter Jezus ondersteunt. Maar dat kleintje leest het boek dat Anna in haar andere hand heeft, de Tora mogen we aannemen. Want volgens de apocriefe geschriften wist het kindje al op vijf- en zesjarige leeftijd zijn leraren te verbluffen.
Museum Krona Uden: Genesis, tot en met 1 maart;
Kerst in de Abdij, tot en met 12 januari 2020.
Vertalingen van de apocriefe verhalen naast de bijbel zijn te vinden in Jacob Slavenburg (red.), Het Grote Boek der Apokriefen, geheime vroegchristelijke teksten (Deventer 2009).
© Brabant Cultureel 2019