In een ziekenhuis in Antwerpen overleed zaterdag 26 oktober schrijver Rob Ruggenberg uit Best, 73 jaar oud. In 2006 debuteerde hij als schrijver van jeugdboeken, maar daarvoor had hij vele jaren als verslaggever gewerkt bij de kranten van Brabant Pers. Rob was volgens zijn vriend fotograaf Piet den Blanken een ‘verslaggever pur sang, ook in zijn kinderboeken’.
door Emmanuel Naaijkens
Afgelopen voorjaar plaatste Rob Ruggenburg een bericht op zijn Facebookpagina waarin hij terugblikt op zijn kinderjaren. ‘Mijn jeugd was tamelijk bizar – waarom heb ik daar eigenlijk nooit over geschreven?’ Inderdaad, een intrigerende vraag. Want Ruggenberg schreef als journalist talloze krantenartikelen en was vanaf 2006 schrijver van zeven jeugdboeken, maar nooit was zijn eigen verleden een bron van inspiratie.
‘Ik groeide op als arbeiderskind in het miljonairsdorp Wassenaar. Mijn vader werkte als conducteur en bestuurder op de tram. (…) Op school had ik vriendjes waar thuis armoe heerste. Ik zag het niet en kwam er vaak’, schreef hij op Facebook, dat voor hem een belangrijk podium was. Nooit had hij als kind iets gemerkt van een onderscheid tussen kinderen uit de armere en uit de rijkere milieus. Tot hij tijdens een schoolfeest in de zesde klas van de lagere school keihard met de neus op de feiten werd gedrukt. Hij had geen passende kleren voor het feest en hij kon, anders dan veel klasgenootjes, niet dansen. Uit schaamte bleef hij weg.
De overstap naar de middelbare school benadrukte nog eens de standsverschillen. ‘De rijke kinderen gingen naar het Rijnlands Lyceum. De gewone kinderen gingen naar de ambachtsschool of de mulo.’
Jammer dat Ruggenberg er niet meer aan toegekomen is om zijn herinneringen in een jeugdboek te verwerken. Het thema van kansarme en kansrijke kinderen is immers tot op de dag van vandaag actueel. Het had zomaar een opvolger kunnen zijn van een boek als Ciske de Rat.
Verstekeling
Maar belangrijker was waarschijnlijk een andere notitie op zijn Facebookpagina. ‘Ik ben geboren in Wassenaar, in de buurt van de zee.’ Die laatste toevoeging zegt veel, zo niet alles, over zijn verdere leven. Want de zee had op hem een grote aantrekkingskracht. De zee was voor hem avontuur, reizen, spanning, nieuwsgierig zijn naar wat er achter de verre horizon verborgen ligt. Op twaalfjarige leeftijd probeerde hij als verstekeling op een schip te komen; hij werd voortijdig ontdekt.
De Koninklijke Marine bood hem vijf jaar later als arbeidersjongen de kans om zijn droom waar te maken. Als jonkie kwam hij terecht op de mijnenveger HMS Naarden en als radiotelegrafist voer hij met de marine de halve wereld over. Na zes jaar zwaaide hij af en na lange reizen door Israël en Afrika maakte hij de overstap naar de journalistiek. Begin jaren zeventig begon hij als journalist bij de net opgerichte Brabant Pers, de gemeenschappelijke redactie van Brabants Dagblad, Eindhovens en Helmonds Dagblad en het Nieuwsblad van het Zuiden.
Observaties
Al gauw viel hij op door zijn mooie pen, zijn treffende observaties en zijn beeldende beschrijvingen van situaties en omstandigheden. “Rob trok de lezer meteen in zijn verhaal”, zegt zelfstandig fotograaf Piet den Blanken. Hij maakte samen met Ruggenberg vele reportagereizen over de hele wereld. Een van de hoogtepunten was een maandenlange reis op een tweemaster onder de titel ‘Columbus achterna’. Hun samenwerking groeide uit tot een hechte vriendschap. “Rob onderscheidde zich van veel van zijn collega’s door zijn respect voor het werk van de fotograaf. Zo had hij een keer een reportage geschreven, maar de foto’s die ik gemaakt had kwamen niet terug in zijn verhaal. ‘Die foto’s zijn prachtig, die moeten erbij’. Hij heeft toen de tekst zo aangepast dat de foto’s een plek kregen in zijn reportage. Voor hem waren beeld en tekst één.”
Voor Ruggenburg ging geen zee te hoog, hij stapte overal op af, want hij wilde het naadje van de kous weten. “Hij nam geen genoegen met wat autoriteiten vertelden, hij wilde het verhaal horen uit de mond van de mensen zelf. Hij was er op uit om feiten boven water te halen en hij ging daar heel ver in. Toen we eens bij een Indianenvolk in Zuid-Amerika waren die klaagden dat hun maïsvelden waren vernield, wilde hij per se de bush in om met eigen ogen te zien of dat verhaal klopte. In die zin was Rob een verslaggever pur sang, dat zag je ook terug in zijn jeugdboeken.”
Arbeidersgezin
Daarin zat ook zijn engagement, al legde hij er dat in zijn verhalen nooit dik bovenop. Als kind uit een arbeidersgezin had hij altijd een luisterend oor voor het verhaal van gewone mensen, zegt Piet den Blanken. Qua onderwerpen was Ruggenberg veelzijdig, maar hij had een voorliefde voor de natuur en in het bijzonder de zee. Hij voer menigmaal mee op schepen van Greenpeace om verslag te doen van hun acties. Dat deed hij op een wijze dat de lezer het gevoel kreeg zelf in een rubberboot te zitten.
Na zijn vertrek bij de Brabant Pers legde Ruggenburg zich toe op het schrijven van jeugdboeken. Zijn debuut, Het verraad van Waterdunen, verscheen bij Querido en trok meteen de aandacht. In feite was zijn schrijverschap een voortzetting van zijn werk als journalist. Als uitgangspunt voor boeken nam hij historische gebeurtenissen, waarvoor hij uitvoerig onderzoek deed op locatie en in archieven waar ook ter wereld. Zijn bevindingen verwerkte hij tot een aansprekend en spannend verhaal voor kinderen vanaf twaalf jaar. Niet helemaal toevallig de leeftijd waarop Ruggenberg zelf de wijde wereld wilde ontdekken.
Bekroond
Hij sleepte voor zijn boeken een flink aantal nominaties en prijzen in de wacht, maar hij was vooral blij wanneer zijn jonge lezers zijn boeken bekroonden. Ruggenburg onderhield via de sociale media een warme band met zijn lezerspubliek; kinderen konden met hem chatten via Facebook. Als een ware ambassadeur van het leesplezier – waar het in het Nederlandse onderwijs nogal aan schort – stond hij vaak voor de klas. Verder hield hij een website bij waarop de kinderen veel materiaal konden vinden voor spreekbeurten en werkstukken.
Na tien jaar was zijn reputatie als jeugdboekenschrijver definitief gevestigd. Een recensent van de NRC noemde Ruggenburg in 2017, na het verschijnen van Piratenzoon, de nieuwe Thea Beckman. Een mooier compliment kun je als jeugdboekenschrijver bijna niet krijgen.
Zijn slechte gezondheid dwong hem afgelopen zomer echter, tot zijn grote verdriet, om te stoppen met optredens in de klas. In 2016 kroop hij door het oog van de naald toen zijn aorta zwaar beschadigd bleek. Hij vertelde later in een openhartig interview dat hij zijn leven dankte aan de chirurg die hem geopereerd had. Maar hij werd lichamelijk nooit meer de oude.
Rob Ruggenberg overleed zaterdag 26 oktober 2019 onverwacht in een ziekenhuis in Antwerpen. Enkele dagen daarvoor had hij het manuscript van zijn nieuwe boek Offerkind ingeleverd bij uitgeverij Querido. Dat verschijnt postuum in 2020.
Lees ook in Brabant Cultureel:
Rob Ruggenberg, verteller pur sang
Haaieneiland van Rob Ruggenberg neemt je mee op een heel spannende reis
© Brabant Cultureel 2019