Zelfs de Ster maakt er reclame voor: ‘Dis-ney-fi-cation? Wat is dat? Vind het antwoord op de foto-expositie van Theo Derksen bij Pennings Foundation in Eindhoven. Hij fotografeerde het fenomeen wereldwijd. Ook het boek bij deze tentoonstelling blijkt interessant te zijn.
door Joep Eijkens
Wie de ruimte van Pennings Foundation betreedt om de foto-tentoonstelling Disneyfication van Theo Derksen (Geldrop 1954) te gaan bekijken, ziet eerst een kleine Engelse tekst hangen die niet direct uitnodigt tot lezen. Gelukkig ligt er wel een foldertje dat ook in het Nederlands vertelt waar de tentoonstelling over gaat.
‘Theo Derksen’, zo lezen we daarin onder meer, ‘reisde jarenlang door Europa, Azië en het Midden-Oosten en signaleerde een opvallend fenomeen in het straatbeeld: het mooier maken van de omgeving door het opplakken van grote foto’s. Afbraakbuurten, stukken braakliggende grond, bouwputten, lelijke woonwijken en drukke verkeersadres worden steeds vaker afgeschermd door wanden met beelden van mooie architectuur, landschappen of glamourbeelden van fotomodellen. Wereldwijd wordt met ideaalbeelden een schijnwerkelijkheid, een sprookje, gecreëerd. Theo Derksen spreekt dan ook van Disneyfication.’
Theo Derksen studeerde bouwkunde aan de HTS in Tilburg maar stopte daarmee om over te stappen naar de fotografie. “Ik zou het bouwbedrijf van mijn ouders over nemen, maar had er geen zin in”, vertelt hij in de expositieruimte van Pennings Foundation. Hij is daar kort voor de opening nog bezig is met de inrichting van zijn expositie. Hij kan zich nog goed herinneren hoe hij ontdekte dat hij fotograaf wilde worden. “Ik mocht een 6×6-camera lenen van een vriend en fotografeerde een fiets in de sneeuw. Opeens realiseerde ik me dat die fiets in de sneeuw voor iets anders stond, voor eenzaamheid of maagdelijk bijvoorbeeld – dus dat je het beeld een andere betekenis kunt geven door fotografie.”
Context
Derksen deed toelatingsexamen voor de academie St. Joost in Breda en werd aangenomen, maar moest om financiële redenen nog twee jaar wachten voordat hij daadwerkelijk aan zijn studie kon beginnen. “Ik heb twee vakken tegelijk gedaan, fotografie en audiovisuele vormgeving. Dat laatste omdat beeld in een context mijn interesse had. Beeld en geluid bijvoorbeeld of beeld en tekst. Eigenlijk storytelling avant la lettre.” Storytelling, daar moeten we het straks nog over hebben.
Hij liep drie maanden stage bij Magnum-fotograaf Ernst Haas in Venetië. “Die was destijds editor bij National Geographic. Wat ik vooral van hem geleerd heb is beeldanalyse en thematisch werken. Haas was heel stimulerend – een tegenpool van Wim Noordhoek die grafiek en fotografie gaf op de Bossche academie en van wie ik ook les heb gehad. Bij hem was er maar één wetmatigheid, de zijne, andere golden niet.”
Onderzoek
In 1981 studeerde Derksen af. Hij begon te fotograferen voor onder meer De Limburger en De Groene Amsterdammer en reisde veel in Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Ook werkte hij een aantal jaren voor bedrijven zoals DSM, Rabobank en de haven van Rotterdam. “En toen vroegen ze me op de academie in Maastricht om fotografie te doceren. Uiteindelijk ben ik hoofd geworden van de opleiding visuele communicatie van Media Design en Technologie aan Hogeschool Zuyd. Ik heb daar ook vier jaar onderzoek gedaan naar de vraag hoe media onze maatschappij zouden veranderen. Dat heb ik gedaan samen met Jan Bierhoff die ook het grootste deel van de teksten in Disneyfication heeft geschreven.”
“Ik heb mijn onderwijswerk altijd parttime gedaan, maximaal vijftig procent”, vervolgt hij. “Omdat ik vind dat iemand die in het onderwijs zit ook zijn vak moet blijven uitoefenen.” Zo hield hij zijn handen vrij voor diverse projecten. “Meestal fotoprojecten, maar de laatste vijf jaar ben ik me meer met bewegend beeld gaan bezighouden.”
Ineens schiet hem iets te binnen: “Toen ik afstudeerde ben ik door de Marten Toonder Studio gevraagd om daar audiovisueel werk te doen. Maar dat heb ik niet gedaan.” Spijt achteraf? “Nee. Maar ik heb wel spijt gehad dat ik niet met Ernst Haas naar de VS ben gegaan. Ik kon daar een intern traineeship doen bij National Geographic.” Om persoonlijke redenen ging dat feest niet door.
Reisfoto’s
In 1993 publiceerde hij zijn eerste boek, Ogenblikken. Een mooie verzameling persoonlijke, vaak verstilde en poëtisch getinte reisfoto’s in zwart-wit. In een CV achterin het boek wordt onder meer vermeld dat hij in 1990 begonnen was met de serie ‘Zelfbeelden: Brieven aan mezelf’. “Dat waren zelfportretten, met een technische camera gemaakt op locatie, vooral in Spanje. Het was hoofdzakelijk naakt, het ging over de naakte kwetsbaarheid. Na er een jaar of vier tussen alle andere werk mee bezig te zijn geweest, vond ik het niet interessant genoeg meer om ermee verder te gaan. Het voegde weinig toe aan wat anderen al beter hadden gedaan. Daar lag mijn kracht niet.”
Liever praat hij over het project dat hij samen met de schilder Marcel van Hoef uitvoerde en dat resulteerde in een serie foto’s en schilderijen en in een boek met de titel Oorzaak-Gevolg. “Het was een project waarbij wij op elkaars werk reflecteerden”, vat Derksen samen. “Hij kwam met een schilderij en ik gaf hem een foto. Hij reageerde daarop met een tweede schilderij en ik weer met een foto, enzovoorts. De hele serie is aangekocht door het Museum voor Realisme van Dirk Scheringa.”
Hij werkt vaker samen met anderen, vaak vrienden. Zo ook bij het ‘Gesamtkunstwerk’ en gelijknamig boek Kind mijn kind naar een idee van hemzelf. “Het gaat over macht, over dader en slachtoffer, over daders die slachtoffer worden en omgekeerd. Over het besef dat het goede en slechte in één en dezelfde mens zit. We zijn er tien jaar mee bezig geweest en hebben onder meer gebruik gemaakt van het fotoarchief van Auschwitz.” Het boek met foto’s van Derksen, schilderijen van Jos Wigman en tekst van Willem Jansen, gaat vergezeld van een dvd met muziek van Ernst Jansz, bekend van onder meer Doe Maar.
Vrijetijdslandschap
En nu is er dus het boek Disneyfication en de gelijknamige expositie bij Pennings Foundation.
In 2013 publiceerde fotografe Korrie Besems het boek Luilekker-landschap. Zij gaf daarin een mooi beeld van het Nederlandse ‘vrijetijdslandschap’. Daaronder rekende zij niet alleen pretparken en golfterreinen, maar bijvoorbeeld ook hotels en outlets. De ‘disneyficatie’ van het Nederlandse landschap die Besems al in de jaren negentig signaleerde was volgens haar alleen maar sterker geworden.
Zoals al gezegd, gebruikt Derksen de term ‘disneyfication’ voor een ander fenomeen. Hoe is hij eigenlijk bij dit onderwerp gekomen? “In 1999 exposeerde ik op het Holland Festival en ontmoette daar de Franse filosoof/fotograaf Jean Baudrillard”, zo vertelt hij. “Baudrillard sprak erover dat het concept van Disney overgenomen wordt door de samenleving, onder meer door architecten die warenhuizen zo maken dat alles heel fijn en aangenaam wordt, dat pijn en verdriet geëlimineerd worden, anders zouden mensen geen geld uitgeven.” De uitspraken van de cultuurcriticus inspireerden Derksen om de camera te richten op een globaal fenomeen in het straatbeeld van grote steden dat daarop aansluit. Kort samengevat: het mooier maken van de omgeving door het opplakken van grote foto’s.
Al met al heeft Derksen meer dan vijftien jaar – uiteraard tussen de bedrijven door – aan dit project gewerkt. “Een jaar of vier geleden had ik voldoende materiaal voor een boek, maar ja, dan moet je nog een goede vormgever vinden en een uitgever die het uit wil geven.” Hij benaderde de internationaal bekende vormgever Teun van der Heijden die graag mee werkte. En ook Dewi Lewis Publishing, een bekende naam in fotoboekenland, bleek geïnteresseerd.
Fluorescerend
De fotograaf pakt het boek erbij en wijst op een in fluorescerend geel gedrukte tekst die op het eerste gezicht nauwelijks leesbaar is. “Maar bij goed licht is het leesbaar, bijna zoals bij fotograferen dingen zichtbaar worden als er goed licht op valt. De vormgeving heeft helemaal te maken met de thematiek van het boek: dat ‘disneyfication’ dingen verbergt waardoor je de pijn van de wereld niet ziet. Je moet voor de tekst moeite doen om te ontdekken wat er staat, zoals je ook de inhoud van mijn foto’s moet ontdekken, want ze zijn heel gelaagd.”
Het is inderdaad soms niet makkelijk om te zien waar de schijnwereld van gigantische fotowanden ophoudt en waar de al of niet rauwe werkelijkheid begint. Soms lopen zij bijna naadloos in elkaar over, maar juist die als het ware dubbele werkelijkheid maakt de foto’s tot een spannend geheel, vaak interessant om naar te kijken. Waar dan nog de heldere composities en rijke kleuren bijkomen.
Sommige foto’s in het boek zijn op hun kop gezet. “Daardoor doorbreek je de routine van het kijken. Je wordt weer alert voor waar je naar kijkt.”
Formaat
Het boek is heel mooi en duidelijk sterker dan de tentoonstelling. Uiteraard speelt daarbij de prachtige vormgeving mee. In de expositie komen de foto’s minder tot hun recht, vormen ze minder een samenhangend geheel. Dat komt ook doordat de lichtsituatie niet ideaal is. Valt er op een deel van de foto’s mooi natuurlijk licht, een ander deel moet het doen met niet al te best kunstlicht. Daarnaast heb ik het idee dat er teveel foto’s te dicht bij elkaar hangen. De helft minder foto’s, maar dan wel graag in een groter formaat, was aantrekkelijker geweest.
Hoe dan ook heeft Pennings Foundation met Disneyfication een bijzondere tentoonstelling in huis. Derksen hoopt dat de expositie door kan reizen naar Parijs en Berlijn. De foto’s zouden ook zeker een plaats verdienen op festivals als Noorderlicht en Breda Photo. Wat Breda betreft: ze werken daar vaak met extreem grote formaten in de openbare ruimte en het is goed voor te stellen dat Disneyfication daar een prachtige blikvanger zou kunnen worden.
Leraar
Aan het einde van het gesprek gaat het nog even over storytelling, het vertellen van een verhaal met beelden. Derksen mag zich dan de laatste jaren bijna uitsluitend op eigen projecten richten, in zekere zin is hij nog altijd leraar. Hij geeft namelijk workshops storytelling en houdt zich bovendien bezig met het coachen van mensen die bijvoorbeeld werken aan een boek of tentoonstelling en daarbij graag begeleid worden of advies willen hebben. “Storytelling gaat vooral over het ontdekken van je eigen thematiek, die te onderzoeken en tot een beeldreeks te komen”, legt hij uit. “Meestal gaat het om fotografie maar het kan ook met andere media.”
Derksen heeft ook ooit een masterclass gegeven tijdens de Internationale Fotomanifestatie Noorderlicht, samen met onder anderen de bekende Zweedse fotograaf Anders Petersen. Op de vraag wat hij van diens werk vindt, geeft hij liever geen antwoord, maar vooruit: “Zijn boek Café Lehmitz is schitterend, maar later werk vind ik nogal voorspelbaar, het gaat vaak over seks.” Zelf heeft Derksen ook alweer een project onder handen. “Jawel en ik heb al een titel: Het landschap heeft geen tijd om te dromen. Maar waar het over gaat, daarover kan ik nu nog niets zeggen.”
Disneyfication. Expositie van Theo Derksen bij Pennings Foundation in Eindhoven, t/m 12 oktober 2019.
Het gelijknamige boek (ISBN 978-1-911306-54-2) werd vormgegeven door Teun van der Heijden en uitgegeven door Dewi Lewis Publishing. Tekst Jan Bierhoff. Prijs € 39,00.
© Brabant Cultureel 2019