Dit theaterseizoen staat voor het Zuidelijk Toneel in het teken van de criminaliteit. Op zaterdag 7 september ging in Theaters Tilburg de productie ‘De achterkant van Tilburg’ in première. Onderwerp de drugscriminaliteit in de stad. Het resultaat stelde teleur: een onsamenhangende voorstelling die voor het publiek soms nauwelijks te volgen was.
door Emmanuel Naaijkens
Het gebeurt niet vaak dat een theaterstuk zo dicht op de actualiteit zit als De achterkant van Tilburg, opgevoerd door de spelers van Het Zuidelijk Toneel. Het centrale thema is de drugscriminaliteit in de stad, gesitueerd in een volkswijk. Het theaterstuk is geïnspireerd op het boek Een ongetemde buurt van hoogleraar Pieter Tops, die de zogenaamde Vogeltjesbuurt in de Tilburgse wijk Broekhoven in trok om uit de mond van de bewoners te horen wat er wel en niet waar is van hun slechte reputatie.
De première van het stuk was ruim een week na de publicatie van het geruchtmakende rapport De achterkant van Amsterdam, geschreven door eerdergenoemde Pieter Tops en oud-Volkskrantjournalist Jan Tromp. In zekere zin is dat rapport voor beide auteurs een herhalingsoefening, want eerder schreven zij al de bestseller De achterkant van Nederland. Tops en Tromp hebben zich helemaal vastgebeten in het onderwerp drugscriminaliteit, dat volgens hen de spuigaten uitloopt.
In talloze schuren en op zolders wordt hennep gekweekt. En de productie van onder meer xtc is een lucratieve bezigheid die criminelen schatrijk maakt en die voor de ‘kleine vissen’ een aardige bijverdienste vormt. Rijkdom betekent macht, door een verstrengeling van onder- en bovenwereld. Geen wonder dat het onderwerp drugscriminaliteit hoog op de agenda van bestuurlijk Nederland staat. Het loopt de spuigaten uit.
Of toch niet? Hebben we hier te maken met een hype, met een opgeklopt verhaal dat Tops en Tromps maar al te graag vertellen? Dat is bijvoorbeeld de kritiek van Bart de Koning, verbonden aan de website voor onderzoeksjournalistiek Follow The Money. Hij is van mening dat de twee auteurs hun bevindingen met weinig feiten en bronnen onderbouwen en dus weinig wetenschappelijk te werk gaan. Waarmee hij niet gezegd wil hebben dat het wel meevalt met de drugscriminaliteit.
Hoe het ook zij, hype of niet, voor toneelmakers is dit natuurlijk een prachtig thema om eens stevig de tanden in te zetten. Tal van invalshoeken zijn denkbaar. Zijn het vooral de bewoners van volkswijken die zich inlaten met de productie van en handel in drugs? En zo ja, waarom doen zij dat? Geldnood, normloosheid, hebzucht? Of is het een daad van verzet tegen de burgerlijke samenleving, tegen de autoriteiten? Is er sprake van groepsdruk in deze wijken waar sociale cohesie nog zou bestaan en iedereen altijd voor elkaar klaar staat? En is er dan niemand die een moreel dilemma ziet? Hoe zit het met de ondermijning van de samenleving? En wat te denken van cokesnuivende en pillenslikkende jonge mensen die uit zijn op een kortstondige kick in het uitgaansleven of op een festival? Zij creëren toch de vraag?
Als theatergroep kun je van zo’n gegeven in de beste traditie van Herman Heijermans een voorstelling maken die het publiek overrompelt en de ogen opent. Een eigentijdse Op hoop van zegen, met als variatie op de legendarische woorden van de arme vissersweduwe Kniertje de boodschap ‘De drugs worden duur betaald’.
Maar De achterkant van Tilburg is allerminst een voorstelling die nog lang in het geheugen nagalmt. Of het moet zijn vanwege het gebrek aan samenhang tussen de verschillende scènes, en de soms onbegrijpelijke teksten die de acteurs uitspreken.
In de openingsscène lijkt er voor de toeschouwer even een haakje te zijn om zich in te leven in het verhaal. Dat gebeurt als het erover gaat dat de verleiding van de drugscriminaliteit wel erg groot is. Waarom voor een paar euro bij een baas pezen als je zonder veel inspanning met drugs geld als water kunt verdienen?
Maar al gauw is de toeschouwer het spoor bijster, waar gaat dit stuk in hemelsnaam over? Zo is er een onnavolgbare Beckett-achtige scène waarin mannen er in hun blote bast, gezeten op een apenrots, minutenlang het zwijgen toe doen, af en toe onderbroken met een enkel woord of een enkele zin. Wat het publiek meekrijgt, is dat het gaat over verraad, over loyaliteit aan de eigen groep, aan de familie, want die is heilig. In een volgende scène spannen twee acteurs minutenlang, met hun rug naar de zaal, in het licht van een spot, hun rugspieren à la bodybuilders. Als bewegingstheater misschien geslaagd, maar in De achterkant van Tilburg de spreekwoordelijke tang op het varken.
Er zijn twee scènes waarin je het gevoel hebt dat de voorstelling het thema te pakken heeft. De ene speelt zich af in de wijk met de kenmerkende partytent in de voortuin, waarin de bewoners hun middelvinger opsteken naar de maatschappij. Helaas is de uitwerking nogal clichématig en met weinig diepgang. De andere scène – tevens het slot – speelt zich af in een glazen ruimte waarin de ‘godfather’, gespeeld door Michiel Kerbosch, met spijt terugkijkt op zijn leven, met de moord op zijn eigen broer als dieptepunt. Kerbosch doet dat met overtuiging, maar zijn monoloog zou aan kracht hebben gewonnen met een kernachtiger tekst.
Wie is het aan te rekenen dat Het Zuidelijk Toneel met deze productie de verwachtingen niet inlost? In ieder geval de schrijvers A.H.J. Dautzenberg en Diederik Stapel. En regisseur Joris van Midde, die overigens kort voor de eerste try-out heel ongebruikelijk werd vervangen door Bram Van Der Kelen. Ter verdediging valt aan te voeren dat Van Midde ook wel een onmogelijke opdracht had.
Was er dan niets de moeite van het kijken waard? Jawel, het toneelbeeld, een creatie van Simon Haen, zat goed in elkaar met enkele fraaie visuele effecten. En niet te vergeten De achterkrant die de toeschouwer kreeg uitgereikt. Daarin wordt vanuit verschillende invalshoeken op een heldere manier het vraagstuk van de drugscriminaliteit uit de doeken gedaan.
‘DE ACHTERKANT VAN TILBURG’
door Het Zuidelijk Toneel
GEZIEN
zaterdag 7 september 2019 in Theaters Tilburg
REGIE
Joris van Midde en Bram Van Der Kelen (eindregie)
SPELERS
Marcel Osterop
Erwin Boschmans
Björn van der Doelen
Michiel Kerbosch
Mike Weerts
Tessa De Boysère
Pepijn Korfage
Kelian Cieslak
Silvan Vasilda
TEKST
A.H.J. Dautzenberg en Diederik Stapel
DRAMATURGIE
Piet Menu
SPEELLIJST ‘DE ACHTERKANT VAN’
© Brabant Cultureel 2019