door Pieter Luykx
1.
en in de tuin was rust, de berken stonden dicht
van groen geen blad bewoog het hoge licht
verdreef de nacht, het fluiten van een merel
paste helemaal daarbij, steeds stiller werd het
een enkel woord van jou was al genoeg om
in die stilte mee te gaan – die oude stilte hangt
er nog, maar vreemd nu jij daarin ontbreekt
2.
het groen verdeelde zich over de tuin en
fraaie bloemen stonden langs het pad
het licht was overal en hoe dat prachtig
vloeiende aan jou volop gelukkig maakte
het werd een dag die niet voorbij zou gaan
weer zie ik er de leunstoel in het gras en
hoe hij zat toen wij nog op ons mooist
3.
het was zo’n avond dat het in de tuin heel stil
was voor het licht werd uitgewist, nog net te
zien hoe het klimop omhoog geklommen was
zich breeduit had gespreid en had gezegevierd
jouw voetstap klonk, was zacht te horen op het
pad en dat ik daarnaar luisterde – en dat geluid
komt soms terug, alsof je daar nog loopt
(‘Locus amoenus’ is Latijn voor ‘lieflijk oord’. Het is een klassiek thema in de literatuur.)
© Brabant Cultureel 2019