door JACE van de Ven
“Wat is de culturele blik op de toekomst en wat is de politieke ambitie hierbij? De Brabantse culturele sector bundelt zijn krachten en organiseert op 12 maart in de LocHal het grootste cultuurdebat in Brabant in verkiezingstijd. Voor publiek, toekomstige statenleden en partijen uit de culturele sector.”
Whaw, het grootste cultuurdebat in Brabant! Je kunt je achteraf als cultuurgeïnteresseerde niet veroorloven daar niet bij te zijn geweest. Dus bestel ik een gratis kaartje via de site Eventbrite en begeef me dinsdag 12 maart op tijd naar de Lochal. Mijn uitgeprinte vrijkaart als teken van belangrijkheid in mijn zak.
Jammer genoeg zijn de verantwoordelijken aan de entree niet in mijn entreebewijs geïnteresseerd, iedereen mag zomaar doorlopen. Een beetje teleurgesteld vraag ik aan Dorith van der Lee van het Theater van de Verloren Tijd en aan Johan Brosens van het Van GoghHuis Zundert of zij ook een plek hebben gereserveerd via Eventbrite, of dat zij stiekem binnengeslopen zijn. Nee, ook zij hebben een uitgeprinte uitnodiging op zak. Ongevraagd geven ze die aan mij. Ik stop ze in mijn notitieblok en concentreer me op wat komen gaat.
Als inleiding vertelt Manon Bell, lerares aan een basisschool in Helmond waar maar één leerling pianoles heeft, hoe het wegbezuinigen van kunstvakken tot achterstand leidt en hoe zij er daar in Helmond iets aan trachten te doen. Ik noteer de mooie uitspraak: “Kunst en cultuur zijn niet meetbaar, maar wel merkbaar.” Onmiddellijk bewonder ik Manon uit Helmond evenzeer als Manon van de Bronnen uit die ontroerende Franse films van Marcel Pagnol uit 1952 en Claude Berri uit 1986. Manon des Sources! Toen ik die films zag rolden de tranen me bijna net zo hard over de wangen als tijdens het grootste cultuurdebat van Brabant.
Als tweede ‘pitch’, of korte verhandeling zoals u als purist misschien liever hoort, preekt ondernemer Jan Post over meer contact tussen kunst en bedrijfsleven. Quote: “Het bedrijfsleven heeft iedere dag de inspiratie van kunst en cultuur nodig.” Waarschijnlijk is Post geen VVD-ondernemer, want even later zal VVD-kandidaat Martijn van Gruijthuijsen duidelijk maken dat kunst en cultuur alleen van belang kunnen zijn als ze het vestigingsklimaat voor het bedrijfsleven versterken. Kunst als een bouwrijp gemaakt stuk grond.
Derde pitcher is Mark van Beers uit Breda, die kunst en cultuur in de zorg promoot als pijlers voor positieve gezondheid. Hij heeft er in zijn werk goeie ervaringen mee. “Ongetwijfeld niet meetbaar, maar wel merkbaar”, plagieer ik in gedachten de Helmondse Manon des Sources.
Dan volgt het eigenlijke debat met alle voorspelbaarheid vandien. Partijen bevestigen hun roep, van rechts naar links verbinden ze cultuur met erfgoedbeheer of ecologie. Het valt me op hoe gelaten het ongeveer tweehonderdvijftig mens grote allochtoon- (of mag je dat woord niet meer gebruiken?) en jeugdloze publiek alle meningen gleichgültig verteert. Enkele decennia geleden riep iemand nog wel eens ooit ‘boe’ of ‘hoera’. Zelfs als de VVD-er zegt dat zijn partij op provinciaal niveau niet voor kunst en cultuur kiest, is er niemand die roept: “Doen jullie dat landelijk wel dan?” Het ongetwijfeld kunstgeïnteresseerde publiek is waarschijnlijk te geïntimideerd door de benaming ‘grootste cultuurdebat in Brabant’.
Aan het eind mag elke politieke afgevaardigde nog twintig seconden stemmen vergaren. De enigen die mij raken zijn de mevrouw van de Partij voor de Dieren, die eerder als enige het woord ‘kritisch’ al had gebruikt en ons nu nog op het hart drukt dat vrije geesten onbetaalbaar zijn. En Henri Swinkels van de SP. Hij zegt: “Ik ben de afgelopen vier jaar Gedeputeerde voor cultuur geweest. Als jullie vinden dat ik dat goed gedaan heb, moeten jullie op mij stemmen. Vinden jullie van niet, dan moeten jullie niet op me stemmen.”
Van ‘slotpitcher’ Piet Menu van Het Zuidelijk Toneel pik ik op dat erfgoed de identiteit van het verleden vertegenwoordigt, cultuur die van nu en kunst die van de toekomst. En dat kunst niet gelegitimeerd hoeft te worden en dat elke Brabander maker van de identiteit van de toekomst is: “We moeten nadenken over onze toekomstige trots.” Whaw, door de niet-politici wordt dit grootste cultuurdebat in Brabant toch nog de moeite waard.
Thuisgekomen orden ik even mijn aantekeningen. Als ik de Eventbrite-reserveringen van Dorith, Johan en mijzelf wil weggooien, zie ik dat zij nummer 905101936 heeft, ik 905514880 en Johan 909101825. Tussen de vrijkaart van Dorith en die van Johan zitten maar liefst 3999889 reserveringsnummers. Begrijpelijk dat de organiserende kunstinstellingen spreken van het grootste cultuurdebat in Brabant. Er waren weliswaar ongeveer tweehonderdvijftig belangstellenden aanwezig, maar honderdduizenden blijken er niet te zijn komen opdagen.
© Brabant Cultureel 2019