Het gaat als een lopend vuurtje: de LocHal in Tilburg is geweldig. Daarmee is niets teveel gezegd. De voormalige Locomotiefhal in de Spoorzone, een monumentaal industrieel pand, is getransformeerd tot een eigentijdse, iconische plek, een ‘huiskamer voor alle Tilburgers’. De LocHal huisvest onder meer de bibliotheek, maar is veel meer dan dat. Je komt ogen tekort.
door Corien Ligtenberg
De LocHal geeft een tweede leven aan de voormalige Locomotiefhal, een moderne constructie uit 1932 in glas en staal in de Tilburgse Spoorzone. De hal is achttien meter hoog en heeft bijna het oppervlak van een voetbalveld. In de hal werden in het verleden locomotieven gerepareerd. Die werden op zogenaamde rolwagens overdwars naar binnen gereden en vervolgens op een van de werkstands gezet. De laatste jaren was de hal niet meer in gebruik.
Slopen
In eerste instantie was het plan om de hal, net als andere bebouwing in de Tilburgse Spoorzone, te slopen om plaats te maken voor een nieuwe wijk. Maar de crisis gooide roet in het eten, het tij keerde en in 2014 werd de hal een gemeentelijk monument. Het plan ontstond om het gebied achter het spoor te transformeren tot een zogenaamde stadscampus. De Locomotiefhal moest daarin een ‘huiskamer voor alle Tilburgers’ worden, met plek voor de Bibliotheek Midden-Brabant (die dan nog aan het Koningsplein was gevestigd), maar ook voor evenementen, exposities en debatten.
De renovatie en verbouw van de monumentale hal begon in 2017 onder leiding van Civic Architects, in samenwerking met Braaksma & Roos en ARUP. Zij stripten het pand tot op het ‘geraamte’, herstelden waar nodig de gevels en voegden aan de zuidkant een glazen stadsbalkon toe. De ruimte werd zo open mogelijk gelaten en het stoere, industriële karakter werd optimaal behouden. De stalen vakwerkkolommen en dakspanten bleven prominent in het zicht, net als de spoorrails in de betonvloer en, hoog in de lucht, de kranen en kraanbanen – stille getuigen van het oorspronkelijke gebruik.
Bij de nieuwe invulling – zoals de plaatsing van trappen, liften en vloeren, maar ook van bijvoorbeeld zalen en werkkamers – is zo veel mogelijk uitgegaan van de bestaande constructie. Met bijna terloopse vanzelfsprekendheid is het bijzondere industriële karakter versterkt door historische elementen en nieuwe toevoegingen te combineren. De constructie wordt verzacht door monumentale gordijnen die als flexibele wanden fungeren en knussere ruimten creëren, en door hangende tuinen. En overal daglicht, prachtige doorkijkjes en zicht op de stad en het station.
Trappenlandschap
De LocHal heeft nog het meeste weg van een groot, openbaar plein, zo’n plek middenin de stad waar een veelheid aan functies samenkomt. Blikvanger van de LocHal is het imposante ‘trappenlandschap’ met trappen en terrassen, deels in beton, deels eiken, waar je een eigen plek kunt bouwen om te zitten, te werken of te loungen.
De begane grond is bedrijvig, met in het voorste deel van de hal, als eyecatcher direct naast de entree het Stadscafé met zijn rode, bruine en gouden tegels en daarnaast leesplekken en een expositieruimte. Het Stadscafé is een ontwerp van Mecanoo, het bureau dat het zorgvuldig gedetailleerde interieur van de LocHal ontwierp – in hoofdzakelijk eiken en staal en warme rood- en oranjetinten.
Het oorspronkelijke spoor snijdt dwars door de betonnen vloer. Op dat spoor doen drie verrijdbare onderstellen dienst als dragers voor grote, eikenhouten ‘treintafels’ die voor de gelegenheid ook dienst kunnen doen als uitbreiding van de bar, als podium of als catwalk. De trap die er tegenover ligt, fungeert dan als tribune. Door het midden van de hal loopt van zuid naar noord een binnenstraat met voorin boekenkasten en verder naar achteren kantoren. Deze straat wordt omzoomd door de oorspronkelijke stalen kolommen, met duidelijke sporen van intensief gebruik, die nu als dragers fungeren voor houten werktafels en lampen.
Bibliotheek
De bibliotheek is verspreid over drie lagen, met overal werkplekken. De vierde laag is gereserveerd voor stiltewerkplekken en voor het stadsbalkon dat weids zicht biedt op het station en de stad. Behalve de bieb hebben ook Kunstloc Brabant (voorheen bkkc en Kunstbalie) en Seats2meet (verhuur van werkplekken) in de LocHal onderdak gekregen. In zes labkamers, bijzondere ruimtes met elk een eigen thema, is ruimte voor experiment, creativiteit en innovatie. Dat kan een experiment zijn met nieuwe technologie, een event over eten, creatief schrijven. De thema’s zijn verbonden met de vaste collectie van de bibliotheek.
Op diverse plaatsen in de hal doen monumentale gordijnen van vloer tot plafond – vijftien meter hoog en vijftig meter breed – dienst als beweegbare, textiele wandenelementen. Zo kunnen ruimtes flexibel worden gebruikt en wordt bovendien het geluid gedempt. De gordijnen zijn opgebouwd uit twee tegengestelde vlakken: een dicht geweven, zeildoekachtig deel en een zacht transparant deel. De stoffen zijn ontwikkeld door Inside Outside, in samenwerking met TextielLab (TextielMuseum).
Bijzonder
De LocHal is nu (eind januari 2019; red.) pas enkele weken open, maar er heerst een bedrijvigheid alsof het altijd zo is geweest. Dat is bijzonder. En als je dan in één oogopslag een oma ziet die een boekje leest met haar kleinkind, twee zakenpartners in overleg boven dampende cappuccino, blokkende studenten, een leesclub die bij boterhammen uit een zakje een roman bespreekt en dan ook nog de voormalige rijksbouwmeester die komt binnenlopen en met zijn telefoon foto’s maakt, dan weet je dat je op een bijzondere plek bent. Een werkelijk publieke ruimte voor de stad.
De expositieruimte van de LocHal is tot 24 februari 2019 Wobbyaanland: tien kunstenaars exposeren absurdistisch werk van het Tilburgse kunstenaarscollectief Wobby.club samensteller en uitgever van het Risograph gedrukte magazine Wobby. Met werk van Wayne Horse, Laurent Impeduglia, Esmay Groot Koerkamp, Jeroen de Leijer, Jip Piet, Koen Taselaar, Nina van de Ven, Dick Verdult, Stephan de Weert en Marthe Zink.
© Brabant Cultureel 2019
Mooi!!
Gefeliciteerd allen die dit bijzondere gebouw hebben gerealiseerd voor Tilburg. (Ik troon mijn bezoek ‘van buiten’ trots mee naar de lochal om ’te showen’..)
Wilma Geerinckx
De lof van de LocHal kan niet genoeg gezongen worden. Wat een pracht van een gebouw.