Kunst en economie zijn communicerende vaten, vooral beeldende kunst drijft mee op de golven van het economisch tij. Tijdens crises sluiten galeries en vallen bemiddelaars om, trekt de staathuishoudkunde echter aan dan komen de kooplustigen weer uit hun schuilplaatsen tevoorschijn. Vooral het meer commerciële segment van de beeldende kunst profiteert hiervan.
door Camiel Hamans
Toen in 2010 Galerie Molenaars in Breda het moede hoofd in de schoot legde, verdween daarmee de laatste serieuze en internationaal actieve galerie uit West-Brabant. Begin 2018 opende echter op slechts een paar honderd meter van waar eerst Tom Molenaars zijn nering dreef Kunsthuis Breda de deuren. Dit Kunsthuis is een galerie en kunstuitleen die deel uitmaakt van een keten, in 2002 opgezet door Henk Jan Mulder en zijn broer Bart. Op dit moment omvat Kunsthuizen drie galeries: in Leiden, een tweede aan de Amstelveenseweg te Amsterdam en deze nieuwe in Breda. Eerder hadden de gebroeders Mulder ook vestigingen te Delft, Alkmaar en Apeldoorn.
Uitgegroeid
Over hun missie schrijven de initiatiefnemers op hun website: ‘Ontstaan vanuit een particulier initiatief en een passie voor kunst is de collectie van De Kunsthuizen de afgelopen 10 jaar uitgegroeid tot de meest uitgebreide in haar genre en behelst deze inmiddels ruim 10.000 kunstwerken van meer dan 150 vooraanstaande nationale- en internationale kunstenaars. Overtuigd van de gedachte dat de beginnende kunstkoper van nu de verzamelaar van de toekomst is, is de collectie van de Kunsthuizen bewust zó opgebouwd dat deze zowel voor de beginnende kunstliefhebber bereikbaar werk biedt, als mede vernieuwend en/of museaal werk toont voor de meer gevorderde kunstverzamelaar. Ook is er binnen de collectie ruime aandacht voor het werk van jong en uitzonderlijk talent en mogen De Kunsthuizen zich verheugen aan de wieg te hebben gestaan van het succes van menig jonge kunstenaar.’
De Bredase vestiging is enige maanden geleden geopend met een tentoonstelling van Selwyn Senatori, een vanwege zijn illustraties door het bedrijfsleven veel gevraagde Nederlandse neo-pop kunstenaar met Italiaanse wortels. Op dit moment vertonen alle drie de Kunsthuizen werk van Mart Visser (Sleeuwijk 1968), de befaamde couturier die sinds een paar jaar ook naar buiten treedt als beeldend kunstenaar. Hoewel uitsluitend met koppen. Weliswaar in allerlei formaten, van zeer groot tot betrekkelijk klein, in allerlei materialen en in allerlei vormen. Schilderijen, sculpturen en installaties. De koppen zijn geen portretten, maar, zoals Visser zelf zegt, eerder tronies, gelaatstrekken, enigszins geabstraheerde, vaak gekwelde, grof weergegeven en grauwe gezichtsuitdrukkingen. Een duidelijk contrast met Vissers juist precieze en fijnzinnige modeontwerpen.
‘Mart Visser 3.0’, tot 4 november. in Kunsthuis Breda, Wilhelminastraat 11, Breda. Open woensdag tot en met zaterdag 11.00-17.00.
Vissers werk is te koop, en aan de prijs, maar een deel is ook te huur, voor wie over voldoende muur of oppervlak beschikt.
© Brabant Cultureel 2018