De Kunsthal Helmond heeft de afgelopen jaren diverse aansprekende exposities gebracht met werk van Magnumfotografen. Ditmaal steelt Josef Koudelka de show met een serie schitterende, bijna drie meter brede panorama’s van industrielandschappen in Europa, de VS en Latijns-Amerika.
door Joep Eijkens
Museum Helmond is gevestigd op twee locaties, in het kasteel van Helmond en in de Kunsthal daar vlakbij. Er zijn drie grote collecties: stadshistorie, moderne en hedendaagse beeldende kunst, en een kunstcollectie rond het thema ‘mens en werk’. Fotografie is een belangrijk onderdeel van het tentoonstellingsbeleid. Als je naar het afgelopen decennium kijkt, nemen fotografen van Magnum daarbij een prominente plaats in, wat mede te danken is aan persoonlijke contacten tussen het museum en het wereldberoemde fotoagentschap. Zo waren er al tentoonstellingen met werk van onder anderen Martin Parr, Steve McCurry en Carl De Keyzer. En nu is daar de tentoonstelling Josef Koudelka – Industrielandschappen. “Ik had de tentoonstelling vorig jaar gezien tijdens de Biënnale Photo/Industria in Bologna en wilde hem graag naar ons museum halen”, zegt conservator Annemieke Hogervorst. “Hij past goed bij ons thema mens en werk.”
Tachtigjarig
Alleen al het feit dat Leica speciaal voor hem een panoramacamera ontwikkelde, geeft aan dat Koudelka een categorie apart is in de internationale wereld van de fotografie. Je kunt hem gerust op één lijn stellen met fotografen als Diane Arbus en Bill Brandt. Maar anders dan deze grootheden leeft Koudelka nog. En hoe. De inmiddels tachtigjarige levende legende was zelfs naar Helmond gekomen om op 14 oktober 2018 de opening van zijn tentoonstelling bij te wonen. Alleen al prachtig om te zien hoe enthousiast hij reageerde op de sfeervolle muziek van de groep Gipsy Mood die de opening luister bijzette.
Helaas bleek de fotograaf alleen voor NRC Handelsblad beschikbaar voor een interview. Wel mocht het publiek na diverse openingswoorden vragen stellen. Zo beantwoordde hij de vraag hoe je een goede foto moet maken met de uitspraak dat je goed moest kijken en niet alleen voor een interessant onderwerp en dito compositie moet zorgen, maar ook voor goede schoenen. En voor de rest is het vooral ‘try and try again’.
Invasie
De oorspronkelijk uit Tsjecho-Slowakije afkomstig Koudelka is niet op de laatste plaats bekend geworden door zijn iconische foto’s van de Russische invasie van Praag in 1968. Hij vluchtte naar het Westen, sloot zich aan bij het fotoagentschap Magnum en werd in de loop der jaren beroemd door diverse fotoboeken. Op de eerste plaats is dat zijn meesterlijke en veel bejubelde boek Gitans (1975) over zigeuners in Oost-Europa.
Zoals zoveel van zijn collega’s werkte Koudelka lange tijd met kleinbeeldcamera’s. Dat veranderde medio jaren tachtig toen hij begon mee te werken aan het zogeheten DATAR-project. Daarbij kregen twintig fotografen de opdracht het Franse landschap vast te leggen. Hij koos voor een panoramacamera en heeft daarmee sindsdien tal van landschapsfoto’s gemaakt. Ook in Tsjecho-Slowakije. Zo zwierf hij een tijd lang rond in de Zwarte Driehoek in Bohemen, een gebied dat bekend staat als het meest vervuilde gebied in Midden-Europa. Dat resulteerde in het fotoboek Black Triangle (1994), inmiddels een waar collector’s item.
Van 2013 dateert het boek Wall waaraan hij werkte in de periode 2008-2012 en waarin hij zijn geheel eigen visie geeft op de omstreden muur die Israël bouwde op de Westelijke Jordaanoever. Op de tentoonstelling in Helmond wordt ook een zeer interessante documentaire getoond waarin we Koudelka in dezelfde regio aan het werk zien, een fotograaf op leeftijd die als het moet onder grote rollen prikkeldraad door kruipt om de foto’s te kunnen maken die hij wil maken met zijn omvangrijke panoramacamera. Wall zou je zijn meest politiek geladen boek kunnen noemen als het om panoramafotografie gaat.
Grafiek
In de wereld van de kunstfotografie zie je niet zelden gigantisch opgeblazen foto’s die het vooral moeten hebben van het grote formaat. Ook de vijfendertig hier tentoongestelde panoramafoto’s van Koudelka zijn met een breedte van bijna drie meter groot te noemen, zij het zeker niet te groot. Dat is natuurlijk niet op de laatste plaats te danken aan de bijzondere landschappen, de manier waarop ze in beeld gebracht zijn, de composities en de hoge kwaliteit van de afdrukken.
Hoewel gesproken wordt over industrielandschappen zou je bij diverse foto’s eerder kunnen spreken van landschappen die kapot gemaakt zijn door menselijk ingrijpen. Het is een bekend fenomeen dat ook dergelijke teloorgang prachtige beelden kan opleveren. Bij Koudelka is dat zeker het geval. Soms neigt hij naar abstract, soms hebben zijn landschappen de grootsheid en verlatenheid die je ook treft in de landschappen van Bill Brandt. Vaak doen ze denken aan grafische prenten – wat natuurlijk ook komt doordat het om zwart-wit fotografie gaat, om zwart, wit en alle grijstinten daartussen. Het zijn pure kunstwerken. Wat dat betreft zou je kunnen zeggen dat Koudelka geëvolueerd is van sociaal betrokken fotograaf naar beeldend kunstenaar. Maar beter is te stellen dat hij altijd autonoom kunstenaar is geweest.
Bij gelegenheid van de tentoonstelling in Bologna werd vorig jaar het boek Industries uitgegeven, een soort luxe catalogus die ook in Helmond te koop wordt aangeboden. De meester zelf signeerde de exemplaren met plezier. Toen ik het gesigneerde boek weer terugkreeg, vroeg ik hem of hij nog steeds werkte. “I don’t work”, antwoordde hij glimlachend, “I make photographs.” En nam een slokje van zijn witte wijn in afwachting van de volgende gegadigde.
‘Josef Koudelka – Industrielandschappen’, tot en met 27 januari 2019 in de Kunsthal Helmond.
www.museumhelmond.nl
©Brabant Cultureel 2018
Volgens mij is het nog 2018, kan de schrijver van dit artikel tijdreizen?
Dank aan de oplettende lezer, het is gecorrigeerd.