In de expositie ‘Quarantaine’ sluit Robin Uleman de wereld buiten. In tekeningen, aquarellen en schilderijen legt hij zichzelf en zijn geliefde liefdevol, maar meedogenloos vast. Zijn tekenen lijkt haast een vorm van bezweren. ‘Quarantaine’ is een studie van liefde, leven en overleven.
door Corien Ligtenberg
Quarantaine, nu te zien in het Stedelijk Museum Breda, is de eerste solotentoonstelling van Robin Uleman (1969). Hij groeide op in Oosterhout en studeerde in 1994 af aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Al van jongs af aan tekende hij, maar toen hij op de Rietveld kwam, was figuratief tekenen niet bepaald in de mode. Uleman maakte naam als grafisch ontwerper en specialiseerde zich daarnaast in het maken van fotoboeken. Met documentair fotograaf Henk Wildschut maakte hij onder meer Ville de Calais, dat in 2017 werd bekroond met de prestigieuze Arles, Prix du livre d’auteur. Maar hij wilde zich ook verder ontwikkelen tot kunstenaar en maakte vanaf 2014 talloze portretten van zijn vriendin en zichzelf. De ziekte van zijn geliefde bracht de ontwikkeling van zijn kunstenaarschap in een stroomversnelling. De titel Quarantaine verwijst naar de tijdelijke afzondering van de kunstenaar en zijn geliefde, waarin zij samen zijn en tegelijkertijd alleen, teruggeworpen op zichzelf. De expositie beslaat de periode van ziekte, behandeling en herstel.
Verborgen
De tekeningen, aquarellen en schilderijen van Quarantaine tonen dagelijkse rituelen als baden, rusten en slapen. Bezweringen bijna, als studies om grip te krijgen op de situatie. Uleman, een begaafd tekenaar en observator, schetst zijn wereld met een perfecte techniek. Het werk is hyperrealistisch en heel fysiek, ambachtelijk en uiterst gedetailleerd – niets wordt geflatteerd. Al tekenend onderzoekt hij het lichaam en wanneer het lukt om dat te vangen ‘ontstaat ook de mogelijkheid om de psychologische lading te onderzoeken, het verborgen leven’, zo wordt Uleman geciteerd in de publicatie die bij de expositie is verschenen. ‘Het interesseert me hoe de unieke fysieke verschijning op een raadselachtige wijze in verbinding staat met het onverwisselbaar eigene van de geest, en daarmee met het persoonlijke drama.’
Het kleurenpalet is sober: soms zwart-wit, vaak huidskleur, groenen, blauwen – op het bestralingsmasker en het operatiehemd van de geliefde na. Die knallen eruit, zoals bijvoorbeeld te zien in Treatment II. De felgroene kleur manifesteert zich bijna als een vreemd lichaam, een indringer, en roept dubbele gevoelens op. Het masker is mooi – door de kleur, de gedetailleerde weergave – en gruwelijk tegelijk door de associatie die het oproept met de behandeling van ziekte en met bestraling. Het laat alleen neus en mond vrij en ontneemt de vrouw effectief elke identiteit.
Quarantaine vertelt een verhaal; de ziekte van de geliefde is onontkoombaar, steeds aanwezig. Wat dat betreft is het een raadsel hoe de volgorde van schilderijen is gekozen. Uleman maakte ze vanaf 2014, maar het werk hangt niet op chronologische volgorde; in de zaal lopen de jaartallen door elkaar heen. Ook de volgorde van de reeks Treatment (II, IV, V en III) is wat dat betreft curieus. Is het om Ulemans verhaal boven het persoonlijke uit te tillen en de bezoeker naar de diepere lagen van het werk te leiden? Het is in ieder geval verwarrend.
Beklemmend
Uleman tekent liefdevol, maar nietsontziend. Het werk is intens, indringend, alsof het schreeuwt ‘zie me toch’. De toeschouwer kan niet wegkijken. Maar tegelijkertijd distantieert het werk zich van de kijker. Het is zo intiem en persoonlijk dat het de toeschouwer haast tot een voyeur maakt. “Knap”, is het woord dat bezoekers gebruiken om de portretten te omschrijven, en “beklemmend”. “Hoe zou het nu zijn met …?” fluistert het door de zaal.
De portretten kijken de toeschouwer niet aan. Ze zijn in slaap of hebben in ieder geval hun ogen dicht. De blik is afgewend of zonder focus, een bestralingsmasker sluit de ogen af. Nagenoeg elke verwijzing naar de omgeving, de buitenwereld, ontbreekt en op het merendeel van de portretten is de achtergrond leeg. Er is hoogstens een bad of een bed. De staccato titels van de werken in het Engelse – Treatment, Her room, My room– versterken die afstandelijkheid nog meer.
Uleman schept niet alleen afstand tot de toeschouwer. Het werk toont ook de afstand die ontstaat tussen de twee geportretteerden. Ook als zij beiden in dezelfde houding naast elkaar geportretteerd zijn, kijken ze elkaar niet aan. Zij oogt gelaten, sereen, in zichzelf gekeerd. Op Submerged III rust zij in bad, haar ogen half dicht, haar gezicht net boven water. In Liquid State is ze bleek en lijkt ze in slaap – ogen gesloten, kin op de borst. Hier is de associatie met de dood niet ver weg.
Hij is getekend, moe, getergd soms. My Room toont minutieus elk haartje, elke ader, elk vlekje op de huid. Confronterend is Chamber, de kunstenaar en profil. Ulemans haar en baard zijn nat, druppels trekken een spoor over zijn naakte schouder. Zijn ogen zijn toe, zijn lippen iets van elkaar, het gelaat verwrongen. Aan zijn neus een druppel, of is het een traan? De toeschouwer kan niet om zijn lijden heen.
Afbeelding boven: Submerged III, 2016, houtskool, conté en pastel op gekleurd papier, 48,2 x 63,2 cm
‘Quarantaine’, tot en met 4 februari 2019 in het Stedelijk Museum Breda.
Bij de tentoonstelling verscheen de fraai uitgevoerde publicatie ‘Quarantaine – Robin Uleman’ (NL/EN), met een beschouwing over het werk door Dingeman Kuilman.
De publicatie is ontworpen door Rob van Hoesel en uitgegeven door het museum.
© Brabant Cultureel 2018
PRACHTIGE, TREFFENDE BESPREKING.