Musea in Noord-Brabant vooral bezocht door Nederlanders

De mensen die in 2017 een bezoek brachten aan een museum in Noord-Brabant waren vooral afkomstig uit Nederland. Ongeveer dertien procent kwam uit het buitenland. Landelijk ligt dat percentage op dertig procent. Dit blijkt uit het jaaroverzicht 2017 van de Museumvereniging.

Bij die koepelorganisatie zijn in totaal 435 musea aangesloten, zowel hele grote zoals het Rijksmuseum in Amsterdam, als kleine zoals het Museum Jan Heestershuis in Schijndel. Uit de cijferreeks van de Museumvereniging valt ook op te maken dat veel musea zouden ‘omvallen’ als de vrijwilligers er de brui aan geven. Van de ongeveer veertigduizend mensen die werkzaam zijn bij een van de musea behoren er maar liefst 27.000 tot de categorie vrijwilliger of stagiair.

Een greep uit de cijfers:

  • In Noord-Brabant zijn 44 musea bij de Museumvereniging aangesloten.
  • Landelijk werden er 31 miljoen bezoeken geteld, een groei van 0,7 miljoen. In Brabant waren er dat 1,83 miljoen (vijf procent van het totaal). Gelderland, met bijna een half miljoen minder inwoners, deed het beter. De Gelderse musea noteerden bijna drie miljoen bezoeken.
  • Voor hun financiering zijn de musea in Brabant vooral afhankelijk van gemeenten (61 procent) en particulieren (34 procent). De inbreng van Rijk en provincie is met twee procent elk minimaal.
  • Landelijk daalde de overheidssubsidie met twaalf miljoen euro. Dat werd min of meer gecompenseerd door een toename van de eigen inkomsten.
  • Het merendeel van de middelgrote en kleine musea draait met verlies, dat is zorgelijk zegt de Museumvereniging. Het – positieve – landelijke beeld wordt vertekend door de grote musea die goed draaien.
  • De Museumkaart blijft onverminderd populair. Er meldden zich afgelopen jaar vijftigduizend nieuwe kaarthouders aan en het zijn er nu in totaal 1,35 miljoen.
  • In Noord-Brabant is de verdeling over de sectoren als volgt. Kunst dertig procent (landelijk 23 procent), historie 57 procent (61 procent), natuurhistorie vijf procent (zes procent), wetenschap/techniek zeven procent (acht procent) en volkenkunde twee procent (twee procent).
  • Jongeren tot en met achttien jaar zijn landelijk goed voor twintig procent van de bezoeken. Dat is vooral te danken aan het feit dat ze in schoolverband komen. (en)

De verbindingsgang van Bierman Henket Architecten tussen het Noord-Brabants Museum en het Stedelijk Museum in Den Bosch. Foto Piet den Blanken

Meer informatie op de website van de Museumvereniging

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *