door Pieter Luykx
toen de zomer verstilde
toen de zomer verstilde, de hemel heel
langzaam zijn warmte verloor (het licht
trad al terug, de nacht ging zijn rechten
hernemen) ontstond als vanzelf verlangen
naar wat niet meer was – wij stelden ons
voor hoe de schoonheid zich prijsgaf nadat
zij daar lang tot het uiterste bloeide
die zomer liet achter
de tijd na de vredige zomer, de plek die
wij kenden het mosgroene pad, de oogst
was gehaald de appels al rijp, de boom
had nog even zijn blad en ook was te zien
dat de vijver zich vulde met wolken –
die zomer liet achter hoe jij je ontsloot
het ademde zon en een opwaaiend licht
tot de dag
het landschap bood uitzicht genoeg, het
wijde gevoel aan het water, in de verte
een paard in de wei, het nazomers licht
verspilde geen tijd en wachtte niet af
het ontving onze woorden ontelbaar
aanwezig – maar jouw woord werd al
zachter tot de dag dat het stil bleef
Pieter Luykx (Ginneken 1935) woont in Breda, waar hij werkzaam was als docent pedagogiek. Van hem verschenen verschillende dichtbundels en hij publiceert in literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland, waaronder met enige regelmaat Brabant Cultureel.
© Brabant Cultureel 2018