De zoektocht van een zoon naar het leven van zijn overleden moeder brengt in ‘Liefde in Lissabon’ leugens, geheimen en oud zeer aan het licht. Kwaad wordt niet vergeven maar vergolden. Dat is het onderwerp van de laatste roman van Chris Huinder. De laatste, want de auteur is overleden. Na een recensie van het boek volgt hier een analyse van Huinders schrijverschap.
door Lindy Jense
Liefde in Lissabon is de titel van het laatste boek van Chris Huinder (Jakarta 1950 – Vught 2018). En het is ook echt zijn laatste, want Huinder overleed dit voorjaar, net voordat het boek werd gepubliceerd. Daarmee komt een einde aan een schrijverscarrière die laat begon – Huinder debuteerde pas toen nadat hij met pensioen ging – maar die wel vruchtbaar was: vier boeken produceerde hij in vier jaar tijd. Een roman, twee verhalenbundels en tot slot weer een roman.
Mozaïek
Misschien is het begrip ‘roman’ op Liefde in Lissabon niet helemaal van toepassing. Huinder kiest in dit boek voor een buitengewoon ingewikkelde mozaïekstructuur met steeds een andere persoon die aan het woord is – een stuk of twaalf in totaal. Ook zijn er delen van het verhaal die worden ingevuld met brieven en dagboeken. En alsof dat nog niet ingewikkeld genoeg is, speelt het verhaal zich ook nog eens af in twee tijdvakken met twee verschillende vertellers. Ene Maurits ondervraagt in 1997 allerlei mensen die zijn overleden nicht Sophie hebben gekend. En tussen 2015 en 2017 zet journalist Christian, een kennis van Maurits, dat onderzoek voort. De mensen die hij spreekt zijn intussen twintig jaar ouder geworden en komen soms met een hele andere kijk op de feiten dan ze in 1997 kwijt wilden.
Huinder toont zich hiermee behoorlijk ambitieus en hij maakt het de lezer echt niet makkelijk. De voortdurende wisselingen in perspectief en tijd doen een beetje denken aan de opzet van zijn eerste boek, De verloren jaren van Martin McGrew, waarin het verhaal zich afwisselend in de jaren zestig en de jaren nul afspeelt. Ook de thematiek vertoont grote gelijkenissen: in beide romans is een jongen op zoek naar ouders die hem in de steek hebben gelaten.
Opgave
In zijn verhalenbundels toont Huinder zich een redelijk bekwame auteur, met een goed gevoel voor timing en onverwachte wendingen. Het lijkt erop dat hij worstelde met de opgave die hij zichzelf stelde om ook romans te schrijven. Voor de lezer die het geduld kan opbrengen, ontvouwt zich bij stukjes en beetjes een spannend en nogal grimmig verhaal. Degene waar het in Liefde in Lissabon allemaal om draait, de al lang overleden Sophie, krijgt steeds meer kleur door de verhalen die haar familie, vrienden en geliefden over haar vertellen. Dat zij avontuurlijk was, onberekenbaar soms, niet altijd even verstandig. Ze kreeg op jonge leeftijd een dochter waarvan ze de opvoeding overliet aan haar ex die Annie op zijn beurt bij zijn moeder onderbracht. Later krijgt Sophie van een Portugese vader nog een zoon, Erico. Voor dit kind wil en kan zij wel zorgen. Tot ze overlijdt als Erico negen is, het jongetje verbijsterd en verweesd achterlatend. Hij zal de rest van zijn leven zoeken naar antwoorden.
Huinder pakt grote thema’s aan. Familiegeheimen, seks en geweld, drama en de dood. In ruim 180 pagina’s wordt er heel wat afgelogen, opgebiecht en afgestraft. In stijl is het boek geen verbetering ten opzichte van de korte verhalen van Huinder. De auteur leunt nogal op beschrijvingen en zijn dialogen zijn regelmatig tamelijk houterig. De zinnen zijn vaak kort, waardoor de tekst nogal staccato overkomt. Hierbij speelt waarschijnlijk mee dat Huinder nog aan dit boek werkte toen hij ziek werd en misschien niet de tijd had wat meer rust in de tekst te brengen. In Liefde in Lissabonis een gelukkig einde voor vrijwel niemand weggelegd, daarvoor weegt het verdriet te zwaar. Familiegeheimen zijn als openstaande rekeningen, lijkt Huinder te willen zeggen – vroeg of laat moet er worden betaald.
Chris Huinder, Liefde in Lissabon. Groningen: Uitgeverij Palmslag 2018, 190 pp.,
ISBN 97891773846, pb., € 18,95.
Uitgeverij Palmslag / Chris Huinder.nl
Lees ook de analyse van Lindy Jense over het schrijverschap van Chris Huinder