Filmmaker Hetty Naaijkens-Retel Helmrich maakte een drieluik over Indo’s. Het laatste deel, ‘Klanken van Oorsprong’, is in juni 2018 in première gegaan. De film verhaalt over de rock- en popartiesten onder de Indische Nederlanders. Een gesprek met de Goirlese regisseur over haar nieuwste film en over haar missie: “Nederland heeft een blinde vlek voor Indo’s en voor de Nederlands-Indische geschiedenis.”
door Joke Knoop
Een swingend beeld uit de documentaire Klanken van Oorsprong: vier jongemannen in perfecte glamourpakken spelen opzwepende rock-’n-roll. Een van hen ligt onder de grote contrabas en bespeelt zijn instrument met groot gebaar. Een ander zwaait zijn gitaar in de nek en weet in die onmogelijke positie de sterren van de hemel te spelen. De energie spat er vanaf. Zij maken er een spectaculaire show van.
Nee, we hebben het niet over een optreden van The Who in de jaren zestig en zeventig. We schrijven 1958! De zwart-wit beelden tonen een optreden van de Tielman Brothers bij de opening van de wereldtentoonstelling in Brussel. Zestig jaar geleden baarden deze vier jonge Indo’s met hun rock-’n-roll opzien in Nederland, maar de grote roem bereikten zij in Duitsland waar het goed geld verdienen was. Ook de Beatles ontdekten de Duitse clubs in hun vroege jaren. Het verhaal wil dat verschillende Indobands en de Beatles elkaar ontmoetten in de clubs van Hamburg.
Verloren land
De oude filmopnamen in Klanken van Oorsprong stemmen nostalgisch. We zien onder anderen een jonge Sandra Reemer, de harmonieuze Blue Diamonds en Anneke Grönloh die een getalenteerd jazz-zangeres was en meer kon dan zingen over het brandend zand en het verloren land. Dat ‘verloren land’ is uiteraard de grote gemene deler van de musici in de documentaire. Zij delen hun Indische geschiedenis: ze zijn kind van een Europese/Nederlandse ouder en een Indische of Indonesische ouder, ze zijn Indo. Muziek is hun uitlaatklep.
De documentaire wisselt de nostalgische beelden af met interviews met artiesten die intussen op leeftijd zijn, niet meer actief of inmiddels overleden. “Het was twee voor twaalf”, stelt regisseur Hetty Naaijkens-Retel Helmrich. In Klanken van Oorsprong zijn ook historische beelden verweven van de vele gruweljaren: de Japanse bezetting, de daaropvolgende gewelddadige Bersiap-periode, de zogeheten politionele acties en de inlandse strijd voor een onafhankelijk Indonesië.
Dat alles had grote gevolgen voor velen, ook voor Indo’s. Tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog verlieten hun ouders noodgedwongen de archipel. Uit de gesprekken met muzikanten in Klanken van Oorsprong blijkt hoezeer hun geschiedenis bepalend is geweest voor hun muziek. De Indo’s brachten hun cultuur mee en gaven er een eigen muzikale draai aan: de klanken van oorsprong.
Bandung
Volgens Naaijkens-Retel Helmrich hebben bijna twee miljoen Nederlanders wortels in Nederlands-Indië. De regisseur is een van hen. Zij is geboren in Bandung in 1955, uit een Javaanse moeder en een Nederlandse vader. Haar vader overleefde drieënhalf jaar Jappenkamp. Haar moeder werd door haar Javaanse afkomst niet geïnterneerd. Vader was hoofdadministrateur van een koffie- en rubberplantage op Oost-Java en werd later fotograaf/journalist voor een Nederlandstalig dagblad.
Het gezin Retel Helmrich vertrok in 1957 naar Nederland. Zij verbleven eerst in een contractpension en vonden later onderdak in Tilburg. De regisseur groeide op in een ‘beschermd gezin’ met een zeer zorgzame moeder. “Van mijn ouders moesten we ons Nederlands gedragen. Ja, Indische Nederlanders zijn Hollandser dan de Hollanders!” Van haar ouders hoorde ze de verhalen over Indië. Of dat haar te neer drukte? “Nee, ik vond hun verhalen prachtig. Ik hoorde ze van jongs af aan.” Zelf heeft zij geen herinneringen aan de Indische tijd. Ze was nog geen twee jaar toen het gezin vertrok.
Hetty Naaijkens-Retel Helmrich groeide in Tilburg op in een witte omgeving. Ze ging naar de katholieke Hubertusschool en stond onbevangen in het leven in een wijk waar verderop het verzet onder de tweede generatie Molukkers groeide. Gooiden de Molukse treinkapingen in de jaren zeventig roet in haar bestaan? Ze schudt het hoofd: “Ik wist pas van het bestaan van Molukkers door die gebeurtenissen. Er bestond en bestaat nog altijd een enorme afstand tussen Indo’s en Molukkers. Er heerst een soort vijandigheid. In het beginstadium van Klanken van Oorsprong probeerde ik bij hen op bezoek te gaan, maar ik kwam niet verder dan de voordeur.” Dat verklaart waarom er geen Molukkers voorkomen in haar filmdrieluik over Indo’s waarvan Klanken van Oorsprong het derde deel is.
Hoewel haar eigen familiegeschiedenis in het drieluik over Indo’s niet aan de orde komt, speelt die achtergrond wel degelijk mee. Het eerste deel, Contractpensions, gaat over de beginjaren in Nederland. Ook haar familie huisde in een zogeheten contractpension. De tweede film gaat over Buitenkampers, over de ontberingen van hen die niet geïnterneerd waren in de Japanse kampen. Haar moeder was een van hen. En het derde deel, Klanken van Oorsprong, is lichter van toonzetting. Ook Naaijkens-Retel Helmrich is dol op muziek; in de huiskamer staat een piano en ze speelt al van jongs af aan dwarsfluit.
Postkoloniaal
De regisseur is niet wars van activisme. Ze spreekt fel over de Nederlandse houding tegenover het verleden van de Indo’s. “Zij zijn een vergeten groep, terwijl de geschiedenis van beide landen meer dan driehonderdvijftig jaar verweven is geweest. Nederland heeft een postkoloniaal trauma. Willens en wetens staat er weinig in de algemene geschiedenisboekjes, terwijl er zoveel boeken over zijn geschreven. De Nederlands-Indische geschiedenis ontbreekt in het reguliere Nederlandse onderwijspakket.”
“Het blijft een blinde vlek in het Nederlandse bewustzijn. In de beeldvorming bestaan alleen exotische Indonesiërs en onderdrukkende Nederlandse kolonialen. Waarom is er zo weinig bekend over de tussengroep: de Indo’s van gemengd bloed? Ja, mijn vader en mijn moeder zullen altijd blijven bestaan. Maar wij, die er tussenin zitten, zullen volledig vergeten worden. Ik zie het als mijn missie om dat te voorkomen. Ik ben een van de grootste missionarissen, samen met schrijfster Marion Bloem”, klinkt het bevlogen.
Daar tegenover heeft Boudewijn de Groot (in 1944 geboren in Batavia, het huidige Jakarta) het zelden over zijn Indische afkomst. In de film Klanken van Oorsprong zingt hij in het lied Moeder de woorden “en dan denk ik aan het land van herkomst”. De zanger vertelt over een “vreemd heimwee gevoel, een ver verdriet dat sluimert”. Hij zoekt en vindt het ‘Indië gevoel’ op de pasar malams. De zanger is nooit meer teruggegaan naar Indonesië. Hij mijdt het land uit angst dat de realiteit zijn beeld aan gruzelementen slaat.
Naaijkens-Retel Helmrich is meermalen in Indonesië geweest, maar ook zij wil er niet meer naartoe. “Het is een vreselijk land geworden. Het is er vies, ik word er altijd ziek. De toenemende invloed van de islam? Verschrikkelijk. Bovendien voel ik me in Indonesië als Indo niet geaccepteerd. In Nederland word ik wel geaccepteerd en is er interesse voor de films. Ik voel me echt een Nederlandse, maar eigenlijk ben ik een wereldburger. Ik ben een soort kameleon, ik voel me kosmopoliet.”
Overleven
Hetty Naaijkens-Retel Helmrich weet nog niet wat haar volgende filmproject wordt. In ieder geval zal het gaan over overleven in moeilijke omstandigheden. Dat is de rode draad in al haar werk. Overleven kenmerkt het leven van veel mensen, van haar ouders en ook dat van haarzelf. Van 2005 tot 2010 was zij aan een rolstoel gekluisterd door reumatische artritis. Ze is daarvan grotendeels hersteld. “Misschien moet ik filmen hoe ik uit die situatie ben gekomen.”
Overleven is ook het sleutelwoord voor haar broer, de filmer Leonard Retel Helmrich. Hij kreeg begin 2017 een hartaanval gevolgd door een beroerte, met ernstige hersenschade als gevolg. Dat maakte een abrupt einde aan de nauwe samenwerking tussen broer en zus. In Klanken van Oorsprong zijn enkele door hem gefilmde interviews te zien, vastgelegd met de door hem uitgevonden ‘single shot cinema’-techniek.
Hij is haar grote voorbeeld. “Leonard zei altijd dat alle problemen zijn op te lossen, Dat je daar in moet geloven.” Zegt zij nu dezelfde woorden tegen hem? Of maakt zijn lot haar moedeloos? Ze schudt haar hoofd. “We kijken niet terug. Wat gebeurd is, is gebeurd. We leven in het NU.”
Door haar woorden krijg de ondertitel van haar film, Poekoel Teroes!, een extra lading. De Maleise woorden betekenen ‘doorgaan, niet opgeven’. Met uitroepteken. Om het belang van doorgaan nog eens te benadrukken.
De nieuwste film van Hetty Naaijkens-Retel Helmrich is te zien in zestig bioscopen in Nederland.
Zie: www.klankenvanoorsprong.nl
Onderscheiding voor filmmaker Leonard Retel Helmrich [Brabant Cultureel]
© Brabant Cultureel 2018
Leven en werken
Hetty Naaijkens-Retel Helmrich (Bandung 1955) is filmregisseur en producent. In 1989 richtte zij Scarabeefilms op, gespecialiseerd in de productie van documentaires, korte films en speelfilms over kunstzinnige, historische, culturele en sociaal-maatschappelijke onderwerpen, voor zowel de bioscoop als de televisie. Zij was twee jaar toen het gezin Retel Helmrich noodgedwongen vertrok naar Nederland. Ze groeide op in Tilburg West, deed de pabo, gaf Nederlandse les en maatschappijleer in Tilburg en op Curaçao waar zij met haar man Joris Naaijkens van 1979 tot 1987 woonde totdat hun verblijfsvergunning niet meer werd verlengd. Zij keerden terug en vestigden zich in 1987 in Dordrecht en daarna in Goirle.
Op de Antillen ontmoette zij Pim de la Parra waarop ze besloot het roer om te gooien en zich bekwaamde in het filmvak en in het management. In 2004 werd zij door het Netwerk Mediavrouwen gekozen tot Mediavrouw van het jaar. In 2009 maakte ze haar regiedebuut met de documentaire Contractpensions. Tot ruim een jaar geleden werkte ze nauw samen met haar broer Leonard Retel Helmrich. Ze produceerde zijn films, waaronder het drieluik Stand van de Zon, Stand van de Maan, Stand van de Sterren. Het drieluik volgt het leven van een gezin in Indonesië gedurende twaalf jaar. Broer en zus hebben met hun filmwerk meerdere prijzen gewonnen. Leonard Retel Helmrich maakte in de filmwereld furore met zijn ‘single shot cinema’; een filmtechniek waarmee hij dicht op de huid van de personages zit. Aan hun samenwerking kwam een abrupt eind, doordat haar broer ernstige hersenschade opliep na een hartstilstand tijdens het filmen in Libanon. De gelauwerde filmmaker verblijft in een revalidatiecentrum in Breda.
Wanneer in Schagen?
Het is nu 2022, maar ik heb vorig jaar 14 augustus naar de uitzending van ‘Klanken van oorsprong’ gekeken.
Ik zag Hans Bax. Hans was in de jaren 50 een klasgenoot van mij op de chr. MULO in Scheveningen, in mijn herinnering kan ik me hem nog goed voor de geest halen.
Ook was ik bevriend met meerdere ‘Indo’s’ en heb daar nog steeds een goed gevoel aan over gehouden.
Zelf ben ik in Heemskerk gaan wonen en heb bij Hoogovens IJmuiden gewerkt.
Als het mogelijk is zou ik graag met Hans Bax in contact willen komen.
Piet van der Wind