Vlot geschreven, maar met nogal wat onuitgewerkte verhaallijnen en zonder echt conflict en catharsis, dat is de debuutroman van Gert-Jan van den Bemd. Hij kan schrijven, dat bewees hij al eerder en ook hier is het zijn stijl die zorgt dat de lezer niet afhaakt en tot het eind blijft lezen. Daarmee is ‘De verkeerde vriend’ een aardige debuutroman van een auteur die duidelijk tot meer in staat is.
door Jace van de Ven
Gert-Jan van den Bemd (1964) uit Breda werkt als schrijver, wetenschapsjournalist, redacteur en beeldend kunstenaar. Zijn korte verhalen verschenen in tientallen verzamelbundels en literaire tijdschriften. Hij won er verschillende, niet bepaald obscure literaire prijzen mee. Onlangs verscheen zijn debuutroman De verkeerde vriend.
Hoofdpersoon in De verkeerde vriend is een nogal burgerlijk type van ongeveer veertig jaar oud, ene Werner Mans. Elke zomer bivakkeert hij met vrouw en dochter in een stacaravan op een camping vlakbij zijn woonplaats. De zestienjarige dochter Roos gaat voor het eerst naar een discotheek, wordt meteen verliefd op een jongeling en via hem begint een groep jongeren naar de camping te trekken. Ook ’s nachts, waarbij zij voor overlast zorgen zoals het in het water kieperen van strandstoelen en het weghalen van twee flessen whiskey. Dat blijkt genoeg voor een politieonderzoek waarbij gewone buurtagenten het werk van inspecteurs doen. Een beetje ongeloofwaardig.
Gekanaliseerd
Op de achtergrond gebeuren ernstiger zaken en vallen zelfs twee doden, maar daar gaat de schrijver nauwelijks op in. Zo voelt de lezer nauwelijks de dreiging die kennelijk in het hoofd van Werner is gevaren en kabbelen de gebeurtenissen voort als water in een gekanaliseerde beek. Ook de homo-erotische elementen die het verhaal binnensijpelen via een campingbewoner, een vriendje van Roos en een vroegere schoolmakker van Werner worden alleen even aangestipt, maar niet uitgewerkt. Zo ontstaat er nergens een echt conflict en kan er aan het eind ook geen sprake zijn van een catharsis. Het is uitsluitend de vlotte schrijfstijl van Van den Bemd die de lezer het tot het eind doet volhouden.
De verkeerde vriend is uitgegeven door Angèle, sinds dit jaar de voortzetting van de Vlaamse Uitgeverij Angèle Manteau die zowel ‘de betere fictie’ als verhalende non-fictie wil uitgeven. Hoewel vlot geschreven behoort het boek van Van den Bemd ternauwernood tot ‘de betere fictie’. Daarvoor zijn de hoofdfiguren en de gebeurtenissen te oninteressant. Jammer, want Van den Bemd is duidelijk tot veel meer in staat.
Gert-Jan van den Bemd (Foto Thomas Sweertvaegher), rechts de cover van “De verkeerde vriend”.
Gert-Jan van den Bemd, De verkeerde vriend. Antwerpen: Standaard Uitgeverij / Angèle 2018, 320 pp.,
ISBN 9789022334966, pb., € 19,99 (e-book: ISBN 9789460415920, € 14.99).
© Brabant Cultureel 2018
De recensent heeft deze roman duidelijk niet gelezen, of in ieder geval niet goed. Wat hij voortkabbelen noemt heeft hier een functie: de hoofdpersoon heeft een saai leven, zonder uitdagingen of ambities. De eerste hoofdstukken brengen dat zeer sfeervol in beeld, bovendien met veel humor. Het is zeker niet saai, hooguit traag, maar dat is iets anders.
Als de boel uit de hand loopt moet de hoofdpersoon optreden en buiten zijn veilige zone stappen. Dan komt het boek in een lawine van gebeurtenissen die de lezer net zo overvalt als de hoofdpersoon. De hoofdpersoon gaat op zoek naar loutering bij de moeder van de grootste boosdoener die bovendien prostituee is. Hij danst met haar een bevrijdingsdans. Dát is de catharsis die de recensent heeft gemist! Ook op het eind zoek de hoofdpersoon naar houvast, letterlijk iets om zich aan vast te klampen. Ik ga niet verklappen wat dat is. Dat moet die meneer zelf maar een keer gaan lezen!