Festival Cement, van 16 tot en met 24 maart 2018 in ’s-Hertogenbosch, is een proeftuin voor jonge podiumkunstenaars. Dit jaar is het festival uitgebreid van zes naar negen dagen. Brabant Cultureel staat stil bij twee premières die op het festival te zien zijn. De rode draad lijkt ‘wereldverbeterschap’.
door Joke Knoop
Wat kan een theaterliefhebber zoal verwachten van een festival als Cement? Het Bossche theaterfestival heeft de reputatie dé etalage te zijn van jonge podiumkunstenaars. Die etalage staat dit jaar vol met tweeëntwintig voorstellingen, waarvan zes premières. Daar zullen verborgen pareltjes bij zijn, maar ook teleurstellingen. Jonge theatermakers zijn bij uitstek zoekende, en daardoor niet altijd consequent in hun kwaliteit. Is dat erg? Welnee, dat is juist de charme van Festival Cement.
Regisseur Marijn Graven is zo’n onderzoeker. Zij daalt af naar de middeleeuwen met haar voorstelling Narziss/Hildegard/Goldmund, die op het festival in première gaat. Een andere première is Het beste idee voor iedereen van Sanne Nouws. Nouws neemt als uitgangspunt voor haar voorstelling het Esperanto, een honderddertig jaar oude kunsttaal. Wat hebben deze twee jonge theatermakers, beiden twintigers, met die verre vervlogen tijden?
Negenhonderd
Er zit bijna negenhonderd jaar verschil tussen femina universalis, abdis Hildegard von Bingen (1098-1179, mystica, geneeskundige, plantkundige, filosofe, dichteres, componiste) en theatermaker Marijn Graven (1984). Narziss en Goldmund zijn personages uit het gelijknamige in 1930 verschenen boek van Herman Hesse. Hesse situeert zijn roman in de middeleeuwen. Narziss staat voor de ratio, Goldmund voor het gevoel. De jonge Marijn Graven ziet de veelzijdige Hildegard von Bingen als middelaarster tussen de twee romanpersonages van Hesse. Zij ‘reist samen met haar acteurs, vormgever en componist door tijd en ruimte om hun persoonlijke kosmische verbinding met dit rijke materiaal te ontdekken’, aldus de begeleidende tekst bij de voorstelling. “Het publiek kijkt niet alleen, het publiek maakt het mee”, aldus Graven.
Brabant Cultureel woont enkele dagen voor Festival Cement een openbare repetitie van Marijn Graven bij. Er is geen onderscheid tussen speelvlak en tribune. Zonder al te veel prijs te geven: Acteurs en publiek mengen zich, breken af, zitten neer bij de fragmenten en bouwen weer op in eendrachtige samenwerking. In die arbeid schuilen heel wat metaforen, toch vraagt het heel wat verbeeldingskracht van de toeschouwer om de verbinding te leggen met de drie personages uit vervlogen tijden. In de hele voorstelling wordt geen woord gesproken. Klanken tekenen de sfeer. De muziek van George Dhauw verwijst duidelijk naar de oude religieuze muziek van Hildegard von Bingen. Hildegard is de eerste bij naam bekende componist die haar muziek noteerde. Geen man is haar voorgegaan en dat intrigeert Graven.
Esperanto
De voorstelling Het beste idee voor iedereen van Sanne Nouws belooft aardser en concreter te zijn. Nouws wordt geïnspireerd door het Esperanto, dat in dit deel van de wereld ook een reliek uit het verleden is. Esperanto is een internationale, politiek neutrale kunsttaal waarmee de bedenker Lejzer Zamenhof de muren tussen volkeren wilde slechten. Wereldwijd spreken ongeveer twee miljoen mensen Esperanto.
Regisseur Sanne Nouws ervaart in haar dagelijkse leven dat mensen elkaar niet verstaan. Zij geeft taalles aan buitenlanders, hoort het ‘gestuntel en gestamel’ en is gegrepen door het idealisme van Esperanto. Zij noemt Esperanto ‘het tegengeluid’ in een polariserende samenleving. Nouws: “We vieren de taal voor ons allemaal, die bijna niemand spreekt. De weg naar la Fina Venko, het moment waarop iedereen elkaar eindelijk zal verstaan, is bochtig en lang. Het doel is groots.”
Simpel samengevat streven beide theatermakers naar een betere wereld. Hun verlangen is van alle tijden: van een (ver) verleden als inspiratiebron, van heden en van de toekomst. Artistiek leider Leonie Clement van Festival Cement ziet dit idealisme, het ‘wereldverbeterschap’ als een rode draad in het werk van veel makers.
Activisme
Is er sprake van een hernieuwd idealisme en activisme in de kunst? Dat zijn de vragen die gesteld worden in de programmering rond de voorstellingen: ontmoetingen van makers met publiek en van kunstenaars onderling. Beleven we een wederopstanding van Bertolt Brecht, van hernieuwd vormingstheater? “Nou, de vorm is echt heel anders”, aldus Clement.
Hoewel Festival Cement niet programmeert op thema, ziet Leonie Clement bij de makers een verlangen om ‘de essentie te vangen’. Publiek en maker treffen elkaar in dezelfde omstandigheid en de toeschouwer wordt uitgenodigd het kader te vullen met eigen gedachten, projectie, reflectie, dromen en verlangens. Clement noemt als voorbeeld Wild Vlees met Study for Figure, een performance die juist in het heden speelt. In de huidige tijd lijkt iedereen transparant, maar geeft iedereen alleen een positieve versie van zichzelf vrij. De duistere kanten blijven in het verborgene. Het gevolg is dat de indruk wordt gewekt dat we allemaal op elkaar lijken. Deze ‘hel van het gelijke’ moet opengebroken worden om de ander opnieuw te ontdekken.
Lees een eerder interview met artistiek leider Leonie Clement over Festival Cement
© Brabant Cultureel 2018