Beeldend kunstenaar Stijn Peeters heeft zijn atelier in Eindhoven Noord, in het pand waar tot voor kort Artspace Flipside gevestigd was. Hij kiest actuele maatschappelijke thema’s tot onderwerp. “Kunst moet gewicht hebben”, stelt hij. Nieuwsfoto’s en theatrale composities van oude meesters dienen als inspiratie.
door Irma van Bommel
Voor het tweede jaar zit Stijn Peeters (1957) nu in het pand van Flipside, recentelijk omgedoopt tot pand T56, een verwijzing naar de Tarwelaan. Daarvoor had hij een groot atelier op een industrieterrein in Maarheeze, maar daar ging hij weg vanwege de herrie van de bedrijvigheid in de omgeving. Zijn huidige atelier is klein maar toereikend, want Peeters maakt voornamelijk klein werk op papier en grafiek. Voor groot werk spant hij een doek op een muur en schildert dan staand op een stoel of trap. Zijn kleine werken zijn altijd voorstudies voor een grote compositie. Hij heeft net een groot werk af voor een expositie in Club Solo komend voorjaar.
Peeters volgde zijn opleiding aan de Koninklijke Academie Kunst en Vormgeving in ’s-Hertogenbosch en aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht. Hij heeft lesgegeven aan tal van kunstacademies in Nederland en is nu verbonden aan Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg. Daarnaast geeft hij regelmatig een masterclass etsen, meestal bij Grafisch Atelier Daglicht in Eindhoven. Het lesgeven geeft hem veel voldoening. “Je parate kennis blijft daardoor aanwezig.”
Kentering
De keerzijde is dat het je dagindeling zo versnippert, vertelt hij. “Het romantische beeld van de kunstenaar die zich fulltime aan zijn werk kan zetten, is er alleen nog bij de amateurs. Professionele kunstenaars moeten werken voor een inkomen. Door de politiek van drie kabinetten Rutte is het kunstklimaat in Nederland verziekt. Door Halbe Zijlstra is niet alleen bezuinigd op kunst. Er heeft een totale kentering plaatsgevonden, waardoor kunst en kunstenaars niet meer de waardering krijgen die ze eerst hadden. Ondernemerschap is belangrijk geworden. Kunst moet zichzelf terugverdienen. Ik kan wel stillevens gaan schilderen en die verkopen, maar ik vind dat mijn kunstenaarschap in dienst moet staan van engagement. Ik ben geëngageerd, dat is iets van mijn generatie. Kunst moet gewicht hebben. Daarom behandel ik actuele, maatschappelijke thema’s. Ik schilder vanuit een innerlijke noodzaak en hoop dat dat aansluit bij ideeën die bij anderen leven.” Zijn werk is regelmatig te zien op exposities in binnen- en buitenland, in musea, galeries en andere tentoonstellingslocaties. Een vaste galerie heeft hij vooralsnog niet.
“Om het lesgeven heen moet je je werkritme zien te vinden.” Hij heeft net een werkperiode achter de rug in Zundert, als Artist in Residence bij het Van GoghHuis. “Daar heb ik eindelijk weer eens weken achter elkaar kunnen werken.” Hij heeft daar werk gemaakt ‘reflecterend op Van Gogh’. “Ik ontdekte dat Van Gogh, net als ik, ook voor composities inspiratie haalde uit de kunstgeschiedenis. Van Gogh keek veel naar illustraties in Britse tijdschriften.”
Peeters maakt sinds hij bij T56 zit nog hooguit één keer per jaar een groot schilderij, maar hij hoopt daar spoedig weer meer tijd voor vrij te kunnen maken. Over één werk doet hij minstens drie maanden. Daarin lijkt hij op de kunstenaar James Ensor. “Ik werk altijd met de kunstgeschiedenis als inspiratiebron. Het is een lang proces. Eerst maak ik kopieën uit boeken, niet alleen vanwege de composities maar ook om mijn eigen gedachten te formuleren.” Peeters zoekt composities in theatrale voorstellingen van oude meesters. Vervolgens maakt hij monotypes, een techniek waarbij met drukinkt op de etsplaat wordt geschilderd. Afdrukken maakt hij in zijn atelier waar een kleine pers staat. Via de monotypes maakt hij de stap naar schilderkunst, waarbij hij de composities van de oude meesters combineert met composities of details geïnspireerd op nieuwsfoto’s. Langzaam ontstaat zo een compositie voor een groot werk, een compilatie van ‘geleende’ maar ook van eigen composities.
Vluchtelingen
Mensen die op de vlucht zijn voor oorlog, geweld en armoede is een terugkerend onderwerp in het werk van Peeters. In de jaren negentig, toen Joegoslavië uiteenviel en er veel mensen op de vlucht sloegen, greep hem dat enorm aan. Kranten stonden vol met foto’s van ontheemde mannen, vrouwen en kinderen. Juist in een periode dat zijn eigen kinderen klein waren, maakte dat veel emoties los. Uit die periode dateert het werk Deluge (1999). De compositie voor dit grote werk is gebaseerd op De Zondvloed van Maso Finiguerra uit de vijftiende eeuw, maar er zijn ook elementen in terug te vinden uit een vijftiende-eeuwse muurschildering van Paolo Uccello en uit nieuwsfoto’s.
Peeters heeft net een groot schilderij afgemaakt voor Club Solo. Het werk is gemaakt naar aanleiding van de huidige vluchtelingenstroom uit Syrië en Afrika. “Ik was vooral kwaad omdat rechtse regeringen in Europa die eindeloze stroom vluchtelingen hebben zien aankomen en de situatie hebben laten escaleren.” Het werk is elders opgeslagen, maar hij toont in zijn atelier een compositieschets en een kleurcompositie. Voor het grote werk dienden composities van het ontwerp van Charles le Brun voor het tapijt ‘Lodewijk XIV die de Gobelinwerkplaats bezoekt’, ‘De eed op de Kaatsbaan’ van Jacques-Louis David, een werk van Mantegna en beelden van internet als inspiratie. Dit alles heeft hij vertaald naar vluchtelingen die botsen met politie. Ook het werk Chios Idomeni gaat over vluchtelingen. De compositie is grotendeels gebaseerd op ‘Het bloedbad van Chios’ door Eugène Delacroix.
Voor meer atelierfoto’s, klik op deze foto.
Ezel
Een ander thema dat Peeters veelvuldig hanteert is ‘De wereld op zijn kop’. Hij toont een schildering van een man met een ezel op zijn rug. Het grote werk Bone toont honden die zich te goed doen aan het vlees. Voor de man ernaast rest alleen een bot. Dit werk was in 2011 te zien in Museum De Pont in de expositie ‘Brabant Nu’.
Mythologische verhalen en afbeeldingen op volksprenten vormen ook een inspiratiebron. Het grote werk Age of Mythology ontleent zijn titel aan een computerspel. We zien een man waarbij twee grote hoorns uit zijn broekzakken komen. Het gaat hier om de transformatie van man naar Minotaurus. De man staat erbij alsof hij niet goed weet wat er aan de hand is. Peeters heeft hier treffend een ongemakkelijke situatie weergegeven.
Peeters is een van de kunstenaars die deelneemt aan de expositie ‘Over volksprenten en actuele beeldtaal’ in Museum ’t Oude Slot in Veldhoven, waarbij de kunstenaars zich lieten inspireren door de collectie oude volksprenten. Politiek is voor Peeters eveneens een gewilde inspiratiebron. Zo maakte hij cartoonachtig grafisch werk van Geert Wilders als Pinokkio en van Mark Rutte als Zwarte Piet.
Werk van Stijn Peeters is te zien in de expositie ‘Over volksprenten en actuele beeldtaal’
in Museum ’t Oude Slot in Veldhoven, t/m 27 mei 2018.
www.museumoudeslot.nl
En in mei 2018 in Club Solo in Breda
www.clubsolo.nl
© Brabant Cultureel 2018