Zestig jaar affiches voor de Brabantsedag toont de (on)macht der Verbeelding

Heel Heeze is in rep en roer. Al maanden. Naaimachines maken overuren. In bouwhallen of in de open lucht wordt getimmerd, geschuurd en gepolijst. Affiches verspreid. Overalls hebben strepen, vlekken en vegen. Het bier is niet aan te slepen. De radio’s staan afgesteld op Wagenbouwers FM. De blik is gericht op zondag 27 augustus 2017: de zestigste editie van de Brabantsedag komt rap nader. Er is nog zoveel te doen…

door Hans Lodewijkx

Commissaris van de Koning Wim van de Donk omschrijft het zo: ‘Creativiteit, een hoog artistiek gehalte, een combinatie van culturele uitingen van zeer diverse aard en een optocht die uniek is, straattheater en historische optocht ineen. Dat is de Brabantsedag.’ ‘De pracht en praal van Heeze’, aldus de burgemeester. De Dag, tegenwoordig zijn het negen dagen, is opgenomen in de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland. Woorden die vaak vallen, zijn: gevormd en gedragen door Heezenaren, onuitputtelijk, verrassend, actueel.

Bescheiden

De eerste Brabantse Dag in 1958 begint bescheiden. ‘We hebben getracht op die dag iets te creëren wat naar het oude Brabant ging. Brabantse klederdrachten enzovoorts, enzovoorts.’ Tot 1963 wint de optocht aan populariteit, maar het zijn steeds optochten zonder een uitgesproken thema. Mensen uit omliggende gemeenten doen mee en zelfs Belgische groepen participeren in de optocht.

Brabantse Dag in 1959. De toeschouwers zien het Brabant van rond 1900 passeren in een boerenbruiloft en de uitbeelding van gebruiken en beroepen uit die tijd. Er werd voor de eerste keer een affiche gemaakt. Foto uit besproken boek.

De zevende editie kent voor het eerst een thema, een voorgeschreven onderwerp waardoor de optocht een geheel moet gaan vormen. Er was inmiddels een stichting opgericht die greep wilde hebben op het geheel en die streefde naar minder folklore, meer historie. Het gevaar werd te groot dat steeds dezelfde onderwerpen werden uitgebeeld.

In 1964 is het thema ‘oorlog en bevrijding door de eeuwen’. Vooraf schrijft de krant: ‘Het betekent overigens niet dat de stoet uit gekostumeerde huurlingen bestaat; de deelnemers bouwen zelf hun groepswagens en beelden geheel zelf historische taferelen uit, waarbij scherp op presentatie zal worden gelet. Een Brabantse dag is nu eenmaal geen evenement voor één onderwerp (meer). Ieder jaar moet er iets nieuws komen en dat is geen eenvoudige opgave.’ De blauwdruk van de Brabantse Dag ligt er. In de volgende jaren wordt die blauwdruk verfijnd, ingekleurd en op steeds groter formaat gedrukt.

1967 Zag een succesvolle Brabantse Dag met als thema
De Wereld van Jeroen Bosch. Een treffende en nauwkeurige uitbeelding van De Marskramer. Foto uit besproken boek.

Achteraf bezien is het werken met een ‘overkoepelend en samenstichtend thema’ cruciaal geweest voor het succes van de Dag. De thema’s boden ruimte voor eigen interpretatie, boden houvast aan de bouwgroepen en gaven eenheid en smoel aan de optocht. Het kiezen van de thema’s was precisiewerk. Ze moesten voldoende concreet zijn, maar ook ruimte bieden voor fantasie. Ze werden ondersteund met themabrochures, soms complete boekwerken met achtergrondverhalen en literatuurlijsten. Als wagenbouwer moest je eerst flink studeren. Dat was geen probleem: ‘Ge kunt oe cultureel er ontzettend mee ontwikkelen.’

Het thema voor de Brabantse Dag in 1966: Sprookjes in Brabant. We zien de brochure met de door Anton van Oirschot verzamelde sprookjes, de poster die wellicht geen poster is (zie verderop) en een indruk van het prijzengeld: 350 gulden voor de winnende uitbeelding. In deze editie een speciale prijs van 225 gulden, beschikbaar gesteld door De Fabrikantenkring Heeze. Foto uit besproken boek.

Jubileumboek
Om het zestigjarig jubileum van de Brabantsedag te vieren is een boek uitgegeven: 60 jaar thema verbeeld. De ondertitel verklaart: een boek over de thema’s die jaar na jaar het ‘leidmotief’ van de Brabantsedag zijn geweest, en de manier waarop die vorm hebben gegeven aan het evenement.

De invalshoek is opvallend. Het boek vormt een reis langs de posters die elk jaar gemaakt zijn als aankondiging van de Dag. (Vanaf ongeveer de vijftigste editie wordt Brabantsedag steeds als één woord geschreven.) Diverse ontwerpers geven informatie over het ontstaan van de posters. De meeste van die ontwerpers hebben een directe relatie met Heeze en sommigen zitten ook zelf in een bouwteam. Zij worden nagenoeg niet betaald voor hun werk, het is een eer om de posters te maken. Sommigen doen dat tien edities lang, anderen houden het slechts een jaar vol. De presentaties van de ontwerpers en de thema-posters worden in het boek aangevuld met achtergrondinformatie bij het thema. Dat biedt een fraai kijkje in de organisatiekeuken en biedt een heel goed overzicht over de afgelopen zestig jaar.

De introductiepagina van de affiche-ontwerper met de door hem vervaardigde posters van de diverse edities. De hier afgebeelde Peter Peters was de eerste vaste vormgever die de posters vorm gaf vanaf 1978 tot 1987. Voor elke posterontwerper uiterst lastig: bijzonder veel informatie die leesbaar op de affiches moet worden geplaatst. Hij slaagt daar het best in bij de Tijl Uilenspiegelposter (onderste rij, tweede van links); een totaal zwart font waarin tekst en illustratie een eenheid gaan vormen. Het Brabants bont-patroon wordt slim weggewerkt in de mouwen. De typografie is helder en sierlijk.

Doen!
In eerste instantie leek het mij een interessant idee om hier de posters en ontwerpers in het zonnetje te zetten. In de praktijk levert dit nogal wat problemen op. Zo hebben de ontwerpers weinig opmerkelijks te melden. ‘Niet te veel nadenken, maar doen!’ en ‘Ik ben niet zo’n langzame ontwerper, ik zet het op papier en maak het’. Velen zeggen te zoeken naar een herkenbare stijl, naar eenheid. Zij worstelen zichtbaar met typografie en wringen zich in alle mogelijke bochten om de grote hoeveelheid informatie te ordenen. Het Brabants bont is onontkoombaar.

De intrede van vormgeving op de computer laat zich volgen, soms ontaardend in Photoshop-gepriegel, soms ook volledig in dienst van het ontwerp. Opvallend is de verschuiving van zuiver typografisch werk (regelrecht en rechttoe rechtaan uit de letterkast) naar illustraties –eerst nog handgetekend, later met tekenprogramma’s – naar fotografische oplossingen en sinds kort weer terug naar illustraties.

En lukt het de ontwerpers om de diverse thema’s prikkelend neer te zetten? Oordeel zelf: alle bekende posters zijn afgedrukt op de cover van het boek. De werking van een poster laat zich nergens beter beoordelen dan in dit minuscule formaat.

Lessen
Zoals al gezegd wordt elke editie en elk bijbehorend thema van de Brabantsedag op twee tegenover elkaar liggende pagina’s besproken. De ontwerpers en hun posters worden gepresenteerd op de linkerpagina. Op deze pagina’s hebben de boekontwerpers zich echt uitgeleefd. Pullen, glazen, toegangskaarten, brochures, spellen, schildjes en bierviltjes verlevendigen het beeld. De rechterpagina’s bevatten informatie over het keuzeproces van de thema’s, de lessen die daarbij geleerd worden, het bijsturen waar het fout dreigt te gaan. We zien dat er heel wat moeite wordt gedaan om tot een optimaal resultaat te komen voor zowel organisatoren, deelnemers als toeschouwers. Dit zijn de meest waardevolle pagina’s in het boek, maar ze ogen nogal saai.

De bespreking van posters en ontwerper begint (pas) bij 1978. Daarvoor is kennelijk niets bekend over de ontwerpen en de makers. De eerdere posters zijn wel afgedrukt, maar er is geen aanvullende informatie. Bij nadere beschouwing zitten daar toch twee parels bij: het thema Pieter Bruegel (1969) met een zowel in beeld als typografie krachtige poster en de verfijnde en hierboven al afgebeelde poster – als het dat is – van het sprookjesthema (1966) met een prachtige illustratie en fijnzinnige typografie. Afgewogen en tijdloos. Raadselachtig genoeg wordt dit ontwerp niet afgebeeld bij de rij posters op de omslag. Te klein van formaat misschien?

Met de komst van ontwerper Stijn van Meerwijk (edities 2010-2013) krijgen de affiches een hedendaagse draai. Hij kiest zeer bewust voor fotografie en maakt daar optimaal gebruik van. In 2012 bij het thema Meesterwerken maakt hij niet één, maar drie posters met als model steeds dezelfde voetbaltrainer uit Heeze. De posters moesten naast elkaar kunnen hangen, maar ook los van elkaar. De inspiratie zal ongetwijfeld zijn gekomen van Anthon Beeke, Nederlands bekendste hedendaagse afficheontwerper. Is dat erg? Welnee. De posters prikkelen door de theatrale insteek. Het zijn blikvangers. Ze maken nieuwsgierig naar het spektakel dat komen gaat.

Blijft de hamvraag: hoe hebben de thema’s vormgegeven aan het evenement? Daarvoor is wat zelfwerkzaamheid van de lezer nodig om het beeld compleet te maken. We moeten op zoek naar de onzichtbare vormgevers van de Brabantsedag: de groepen wagenbouwers. Want dat zijn letterlijk de verbeelders van de thema’s. De bouwers, de regisseurs, de spelers, de vrijwilligers, de denkers, de doeners en de krullenvegers. Ga naar de website Brabantsfaam.nl en klik eindeloos door de jaren, de thema’s, de groepen. Zoom in op de gezichten, kijk naar de reusachtige wagens en reis mee in de tijd. Daar is de verbeelding echt aan de macht.

Affiches 2012, klik op de foto om ze alledrie te bekijken.

Klaasje Douma en Irene Visschers, 60 jaar thema verbeeld. Heeze: Stichting Brabantsedag, 2017, 156 pp., ISBN 978-90-9030348-2, hb., € 15,00

www.brabantsedag.nl

Brabantsfaam.nl

Bekijk de promotievideo over de Brabantsedag

© Brabant Cultureel 2017

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *