Michel Szulc-Krzyzanowski publiceerde in 2013 het zesde fotoboek in zijn documentaire Henny-serie. Datzelfde jaar begon de Bredase fotografe Linsey Kuijpers met haar camera Henny’s toen zeventienjarige dochter Charlotte te volgen. Het daaruit resulterende fotoboek is inmiddels in de maak.
door Joep Eijkens
In 2013 publiceerde de oorspronkelijk uit Oosterhout afkomstige fotograaf Michel Szulc-Krzyzanowski (1949) Henny. Het zit best wel tegen… Dat was het zesde deel van zijn in 1977 begonnen Henny-serie, een reeks documentaire fotoboeken over het verre van gemakkelijke leven van een vrouw uit Waalwijk. De fotograaf vatte het plan op om zijn unieke project uit te breiden met de inzet van andere fotografen. Die zouden Henny’s kinderen Charlotte en Willem moeten gaan volgen, een tweeling die op dat moment zestien jaar oud was, even oud als Henny toen Szulc-Krzyzanowski haar voor het eerst fotografeerde.
Om aan geschikte kandidaten te komen werd in samenwerking met het bkkc een oproep gericht aan fotografen jonger dan dertig. Er kwamen slechts vijf aanmeldingen binnen, maar daar zaten wel twee heel geschikte kandidaten bij: An-Sofie Kesteleyn (1988) en Linsey Kuijpers (1992). De eerste won bij de Zilveren Camera 2012 met een sterke selectie uit haar toen al zes jaar lopende project over de Vlaamse tweelingzusjes Kimberley en Gwendolyn de eerste prijs in de categorie Portret Serie. Kasteleyn trok zich echter al snel terug. “Ik vind het een fantastisch project”, gaf zij desgevraagd aan, “maar het voelt niet als mijn eigen project.”
Uitdaging
De Bredase fotografe Linsey Kuijpers – op dat moment nog studerend aan de Bredase academie St. Joost – besloot de uitdaging wel aan te nemen. Zij zou alleen Charlotte gaan volgen. “Zo’n project vind ik interessant omdat je zo heel dicht bij mensen kunt komen”, liet ze weten. “Bovendien ben ik geïnteresseerd in mensen die moeilijk meekomen in de maatschappij.” Zeker, ze was zich ervan bewust dat het project haar veel tijd zou gaan kosten en dat ze er geen rooie cent mee zou verdienen. Maar het vooruitzicht van een mooi eigen fotoboek was beloning genoeg.
Kuijpers studeerde in 2014 af op een fotoproject rond een moeder en zoon die zij een tijd lang volgde. Maar daarna werd het zoeken naar werk. Om voldoende inkomsten te hebben, combineerde zij foto-opdrachten (met name in het nachtelijke uitgaansleven) met een baantje bij Albert Heijn. Meer viel er te verdienen als huizenfotograaf voor makelaars, maar dat betekende lange werkdagen en veel stress. “Sinds kort heb ik meer rust gevonden”, vertelt ze. “Ik werk nu parttime bij een fotostudio – fotoshoots van individuen, gezinnen en baby’s – en daarnaast geef ik paaldansles.” En zij heeft steeds tussen de bedrijven door aan haar Charlotte-project gewerkt.
Zusje
Bij hun eerste kennismaking – zelf was ze toen eenentwintig, Charlotte zeventien – klikte het meteen. “En dat is zo gebleven”, zegt ze. “Charlotte ziet me als een deel van de familie, als een vriendin – niet als fotograaf. Zelf zie ik haar als een jonger zusje. Er zijn weken dat ik er drie keer per week kom, maar soms ook maar één keer in de maand. Ik ga er niet heen met een van te voren bedacht thema. Ik zie wel hoe de dag loopt, ik help haar mee bij het schilderen bijvoorbeeld. Soms maak ik veel foto’s , soms niets. Wel gebeurt het dat ik een bepaald beeld wil hebben en daar ga ik dan naar op zoek, maar meestal hang ik een beetje rond en volg haar in de dingen die zij doet… Dus soms is ze de hele dag thuis en blijf ik bij haar. Of ik ga met haar winkelen – ze is zwanger, dus dan ga ik met haar mee spulletjes kopen. Ze is in augustus of september uitgerekend.”
Rond die tijd moet ook haar boek uitkomen. Haar eigen eersteling, om het symbolisch uit te drukken. Maar nee, ze gaat niet wachten op de baby. “Die komt in het volgende boek”, zegt ze lachend.
Gewoon
Charlotte woonde tot voor kort nog gewoon thuis, bij moeder Henny en de andere vijf kinderen. “Die hadden er geen moeite mee om mee te werken aan mijn project. Maar ze waren natuurlijk ook al gewend dat ze vaak gefotografeerd werden door Michel. Het zijn allemaal mensen met een rugzakje, maar ik kan er goed mee opschieten. Net zoals met Henny zelf. Ik ben ook naar de begrafenis geweest van haar oudste zoon Pascal en heb samen met haar de tekst gemaakt voor de rouwkaart.”
Het leven van Charlotte kende de afgelopen jaren ‘heel veel ups en downs’, aldus de fotografe. “Ze heeft veel te verduren gehad. Vooral door de dood van haar vader die alcoholist was en door de dood van haar broer Pascal. En nu met de baby op komst is natuurlijk ook niet makkelijk.”
Kuijpers weet niet hoeveel foto’s ze gemaakt heeft. “Maar het zijn er superveel. Ik heb op mijn pc een Charlotte-map met daarin vier jaartalmappen. Elke jaartalmap is weer verdeeld in een stuk of twintig tot dertig mappen en daar zitten mappen bij waar vijf foto’s inzitten, maar ook driehonderd.”
Fotoselectie
Vooralsnog gaat ze uit van een fotoboek van tweehonderd bladzijden. Er moest dus nog stevig geselecteerd worden. “Dat doe ik samen met Björn Roetman van het ontwerpersduo Je Favoriete Ontwerpers uit Breda. Hij zorgt ook voor de vormgeving.”
Hoewel er niets over afgesproken is, wil ze de definitieve fotoselectie aan Charlotte en haar familie laten zien alvorens tot publicatie over te gaan. “Het zou respectloos zijn als ik daar geen rekening mee zou houden”, zegt ze. “Ik wil dat zij zichzelf in de foto’s herkennen en niet het gevoel hebben dat ze verkeerd worden neergezet.”
Wordt het een boek dat een beetje past in de Henny-serie of wordt het iets anders?
“Ik wil een modern iets maken met minder lange teksten, teksten die ik samen met Charlotte en Henny maak. De relatie tussen moeder en dochter wordt de rode draad. Plus een vergelijking tussen beiden, toen Henny dezelfde leeftijd had als Charlotte nu.”
Crowdfunding
Kuijpers heeft al uit diverse fondsen financiële steun gekregen voor haar project, ondermeer van het Mondriaan Fonds, het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten en het bkkc. Omdat ze nog met een ‘gat’ van zesduizend euro zat, is ze een crowdfunding actie begonnen via de bekende landelijke organisatie Voordekunst. “De teller staat nu op 2600 euro, maar ik heb nog tijd tot 5 juli.”
Wordt het een uitgave in eigen beheer?
“Nee, daar heb ik geen tijd voor. Het boek wordt uitgegeven door Steven d’Hond van Uitgeverij Komma. Hij kan voor de distributie zorgen, dat zou ik zelf niet kunnen. Ik ga uit van een oplage van vijfhonderd exemplaren.” Hoe het omslag eruit komt te zien, weet ze nog niet.
© Brabant Cultureel – 2017