Beeldend kunstenaar Philip Akkerman heeft twee fascinaties: Zelfportretten en Vincent van Gogh. Voor het Vincent van GoghHuis in Zundert reden om hem uit te nodigen voor een expositie. Op zijn beurt nodigde Akkerman outsider kunstenaar Mike van der Pol uit. Dit resulteerde in de expositie ‘Vincent, Philip & Mike houden van Zundert’ met veertig zelfportretten van Akkerman en veertig portretten van Van Gogh door Van der Pol.
door Irma van Bommel
Wat bezielt een kunstenaar om zijn gehele oeuvre te wijden aan het zelfportret? Er zijn genoeg kunstenaars te noemen die met grote regelmaat zelfportretten maakten; denk aan Rembrandt en Van Gogh. En kunstenaars die op latere leeftijd zichzelf als onderwerp kozen. De mooiste en meest aangrijpende serie is die waaraan William Utermohlen (in 1995) begon vanaf het moment dat hij, op tweeënzestigjarige leeftijd, de diagnose Alzheimer kreeg. In die zelfportretten verbeeldde hij op treffende wijze emoties als verdriet, frustratie en depressie.
Maar Philip Akkerman (1957) maakte de keuze voor het zelfportret al in 1981, aan het begin van zijn carrière. Dat is bijzonder, althans, in de schilderkunst. In de fotografie komt het vaker voor en er zijn genoeg kunstenaars te noemen die zichzelf fotograferen in een veelal geënsceneerde wereld. Denk bijvoorbeeld maar aan Teun Hocks. En in de huidige beeldcultuur stikt het van de selfies. Voor kunstenaar Willem Popelier was dit aanleiding om een persiflage te maken in de vorm van een boekje, The Do-It-Yourselfie Guide (Amsterdam 2015).
Akkerman volgde zijn opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en bij Ateliers ’63 in Haarlem. In de jaren tachtig vielen enkele jonge kunstenaars op die, net van de academie, kozen voor figuratieve schilderkunst en niet voor abstracte of conceptuele kunst. Daaronder waren Erik Andriesse, Marc Mulders en dus ook Philip Akkerman. Akkerman moest van zowel abstracte kunst als conceptuele kunst niets hebben. Hij koos voor figuratieve schilderkunst en beperkte zich daarbinnen ook nog eens tot het zelfportret.
Dagboek
Akkerman heeft speciaal voor deze expositie fragmenten opgezocht uit een dagboek dat hij bijhield en die betrekking hebben op zijn fascinatie voor zelfportretten en zijn fascinatie voor Van Gogh. Zo schreef hij in 1986: ‘De belangrijkste opgave die een kunstenaar zich tussen zijn 20ste en 30ste moet stellen, is het vinden van die onderwerpkeuze en die techniek die het beste aansluit bij zijn persoonlijkheid.’
Over Van Gogh schreef hij in 1986 onder andere: ‘Kijkt men naar een tekening of schilderij van Vincent van Gogh, of leest men een van zijn brieven, dan is het niet zo dat men gewoon naar een schilderij kijkt of iets leest, nee, men staat oog in oog met de maker. Vincent is dan, als het ware, lijfelijk aanwezig. Altijd weer. (En is dat niet bij alle kunst het geval? Of je ze nu goed of slecht vindt? Je voelt de maker, de mens erachter.)’
Zoals op de tentoonstelling te zien is, schilderde Akkerman aanvankelijk in de stijl van Van Gogh, maar zocht hij enkele jaren later naar een nieuwe uitdaging. In 1985 schreef hij in zijn dagboek: ‘Waarom verander ik van techniek? Met de hedendaagse methode (prepareer een doek en schilder het vol à la Van Gogh) kom ik geen steek verder. Het schilderij blijft hangen in het schetsmatige. Ik wil meer dan dat. Dat is mogelijk met een techniek die een onderschildering hanteert met daarop een overschildering.’
Naast Van Gogh (die hij vooral waardeert om zijn bezetenheid en zijn menslievendheid) breidde Akkerman zijn aandacht uit naar andere voorbeelden in de kunstgeschiedenis. Het gevolg was dat hij ging experimenteren met verschillende stijlen. Een van zijn nieuwe grote inspiratiebronnen werd Otto Dix. In 1986 schreef hij: ‘Van Gogh was nooit dat genie geworden als hij niet in de “à la prima” techniek had gewerkt, met die techniek kon hij snel en spontaan werken. En Otto Dix was een onbekend schilder geworden als hij in de “à la prima” techniek was blijven werken. Juist door het toepassen van de Renaissance techniek, komt zijn scherpe waarnemingsvermogen en grote tekengave maximaal tot uiting.’
Met ‘alla prima’ wordt de schildertechniek bedoeld waarbij de tekening, de toon en de kleur in één keer wordt aangebracht. Akkerman veranderde echter van aanpak en ging in navolging van de kunstenaars uit de Renaissance eerst de tekening en de toonweergave uitwerken op aparte bladen alvorens deze over te brengen op het doek.
Filosofisch
De aantekeningen in zijn dagboek worden steeds filosofischer van aard. In 1992 lijkt Akkerman een verklaring te willen geven voor zijn keuze om zich alleen te richten op zelfportretten. ‘Zou het maken van zelfportretten een vorm van bezinning kunnen zijn? Persoonlijke bezinning, maar ook die van een cultuur in zijn geheel?’
Expositie met werk van Philip Akkerman en Mike van der Pol in Vincent van GoghHuis. Klik op de foto voor foto’s van de tentoonstelling.
Voor een deel bestaat zijn werk uit realistische, of in elk geval gelijkende portretten die hij met grote regelmaat schildert of tekent. Deze geven behalve de gemoedstoestand van de kunstenaar ook het verouderingsproces onverholen weer. Je zou deze werken kunnen zien als een memento mori. Maar zijn zelfportretten waren ook aanleiding om te experimenteren met verschillende technieken, stijlen en expressievormen. Of, zoals directeur-conservator Ron Dirven van het Vincent van GoghHuis zegt: ‘De zelfportretten waren ook aanleiding om maffe dingen te doen.’ Het is verbazingwekkend hoe vindingrijk en fantasievol hij is om binnen het genre zelfportret telkens met iets nieuw te komen. Hier is geen sprake van een variatie op een thema, maar van onbegrensde mogelijkheden. Zo te zien is hij nog lang niet klaar met dit genre.
Akkerman verzamelt al zo’n zeven jaar werk van outsider kunstenaar Mike van der Pol. Omdat deze net zo goed maffe portretten maakt waarin als je goed kijkt hier en daar heel subtiel een vogel of een vis in een kop is verwerkt, kwam Akkerman op het idee om samen te exposeren.
Vincent, Philip & Mike houden van Zundert, t/m 25 juni 2017 in het Vincent van GoghHuis te Zundert.
Lees ook op Brabant Cultureel:
Philip Akkerman laat met zijn Kunstenaarsdagboek een ander geluid horen [2021]
© Brabant Cultureel – 2017