Een vooruitstrevende Tilburgse bakker bouwde onbewust een rijksmonument. Een bakkerij is het pand inmiddels niet meer, maar het werd ook geen woning. Deze keer dus ‘werken in iconen’. En wat past er beter in zo’n stijlvol pand dan een ontwerpbureau met de toepasselijke naam Kinkorn.
door Joke Knoop
Een bakker gaf 85 jaar geleden de opdracht om een van de opvallendste panden van Tilburg te bouwen: de Broodbakkery in de Acaciastraat. De gepleisterde witte gevel met rechthoekige vlakken in de primaire kleuren rood, blauw en geel, was destijds de tijd ver vooruit. Nog altijd is het pand een unicum in de stad en verre omstreken.
“Ik heb verstand van brood bakken, jij van bouwen. Dus ga je gang.” Zo moet het volgens de overlevering destijds zijn gegaan tussen de bakker en de architect. Een nicht van bakker Alphons Vorselaars was getrouwd met architect S.G. (Stef) Barenbrug. De bakker gunde zijn aangetrouwde familielid de opdracht en liet hem de vrije hand. Zo geschiedde dat er in 1932 in de Acaciastraat een pand verrees van grootstedelijke allure, verwant aan De Stijl en het Nieuwe Bouwen. Nimmer had de bakker kunnen bevroeden dat hij een toekomstig rijksmonument liet bouwen.
Ook architect Barenbrug (1892-1987) besloot het over een andere boeg te gooien. Barenbrug bouwde vooral naar de Amsterdamse School en de Delftse School. Voor hem was de Broodbakkery een sober ontwerp. Andere bouwwerken van hem in Tilburg zijn: de pianofabriek op de hoek Fabrieksstraat-Noordstraat, de karakteristieke huizen op de beide hoeken van de Professor Dondersstraat en de Gerard van Swietenstraat. De villa Gerard van Swietenstraat 50, Ringbaan Oost 190-192, Burgemeester Vonk de Bothstraat 48-54 en Burgemeester Vissersstraat 22-32.
Ratjetoe
De Broodbakkery is Barenbrugs bekendste werk. Het pand is een lust voor het oog in de verder zo rommelige Acaciastraat. Het is een typische stadsstraat: geen voortuinen, een ratjetoe aan bouwstijlen, huizen met erkertjes, puntdaken, appartementen uit de jaren tachtig, op de hoek een fantasieloos kantoorgebouw in de rode baksteen waarmee in de directe omgeving (te?) veel blokken zijn gebouwd.
In die mengelmoes springt de Broodbakkery er uit met zijn strakke wit gepleisterde gevel met de compositie van verticale en horizontale lijnen in primaire kleuren. Ook de letters Broodbakkery zijn fraai: rond in een vierkant vlak. Detail: de letter B doet aan opbollend deeg denken.
Sinds 1992 wordt er geen brood meer gebakken in de Acaciastraat. Na honderd jaar zet de derde generatie Vorselaars de deegmachines stil. De oven dooft omdat er geen opvolger is. De Broodbakkery is zestig jaar in bedrijf geweest. Voor die tijd bakte Alphons Vorselaars zijn brood in onder meer de kloosterbakkerij van de Zusters Ursulinen, om de hoek.
Vormgeving
Vanaf 1992 is de Broodbakkery in gebruik door Maarten Meevis. Hij verdient zijn brood met ontwerpbureau Kinkorn, een speelse naam die verwijst naar het fabrieksbrood King Corn dat in de jaren zestig populair was. De vijf medewerkers van Kinkorn ontwerpen onder andere tentoonstellingen voor musea en doen de vormgeving van grote buitenprojecten. Zij werken aan een lange tafel in de grote ruimte die ooit de bakkerij was. In het kantoor herinneren de oude oven, de granieten vloer en de tegels aan de oorspronkelijke functie van het pand.
Het was in 1992 voor Meevis liefde op het eerste gezicht. Hij werkte als grafisch vormgever (geschoold aan de Rietveldacademie) bij het Textielmuseum en zocht een pand om voor zichzelf te beginnen. Een kennis attendeerde hem op de lege bakkerij, die te huur stond. Meevis: “Ik kende het pand niet. Ik zag het en dacht: als ik hier kan werken, komt een droom uit. Een droom die ik overigens niet eerder had.”
Het contact met de bakkersfamilie verliep aanvankelijk moeizaam. “Ik heb moeten praten als Brugman. De bakkersfamilie vroeg zich af of een kunstenaar de huurpenningen wel kon opbrengen.” Ongeveer acht jaar geleden kocht Meevis het pand en nog altijd is de liefde niet bekoeld. “Ik ga hier nooit meer weg”, zegt de 53-jarige eigenaar.
Restauratie
Na de aankoop volgde een ingrijpende restauratie in samenwerking met architect Thomas Bedaux. Binnen verdwenen de grote gasleidingen, de trap werd vervangen, de meelzolder op de eerste verdieping werd vergaderkamer annex keukentje. De ontbrekende oude tegels van de benedenverdieping werden bijgebakken. “Kostte een godsvermogen”, herinnert Meevis zich.
De oude oven met rijskast bleef staan. De lichtstraat met een puntdakje werd vervangen door platte glazen platen waarover gelopen kan worden. In de achtergevel kwam bij de meelzolder een schuifpui. De vergunning voor de pui had nog heel wat voeten in aarde, hoewel de achterzijde alles behalve indrukwekkend is met zijn gewone bakstenen. Het pad naast de bakkerij kreeg een glazen overkapping.
Het behouden van de fraaie voorgevel vergde een studie apart. Al eerder, in 1985, brachten leerlingen van de ambachtsschool de pui min of meer in oorspronkelijke staat terug. Meevis liet opnieuw kleurenonderzoek doen, deze keer met het karakteristieke café De Unie in Rotterdam als voorbeeld. De kleuren rood, blauw en geel van De Unie zijn nauwkeurig gekopieerd. De stalen kozijnen zijn behouden en dat maakt dubbel glas onmogelijk. Daarin zit het speciaal isolerend monumentaal Ruysdael glas. De kozijnen zijn hersteld evenals de letters Broodbakkery.
Zuinig
De restauratie nam vier maanden in beslag en kostte ruim een ton. Het rijk heeft ietwat bijgedragen. Eigenaar Meevis is zuinig op het gebouw: niets verstoort de compositie van de voorgevel. Nergens is een reclame-uiting te zien van KinKorn, zelfs een bordje en bel ontbreken.
Meevis roemt de uitstraling van de Broodbakkery. “Het pand is voor ons een voortdurende inspiratiebron. Het heeft een bijzondere uitstraling, ook voor onze opdrachtgevers. Zij komen veelal uit de culturele hoek en zijn betrokken bij cultureel erfgoed. Ik vertel altijd over het kantoor, ik laat foto’s zien en klanten komen graag hier. Ze zien dat we affiniteit hebben met cultureel erfgoed en dat is een voordeel.”
Ook toevallige passanten hebben oog voor het bijzondere kantoor. Volgens Meevis blijven voorbijgangers vaak staan bij het pand, middelbare scholieren kennen het door hun lessen culturele en kunstzinnige vorming. Tijdens de Dag van de Architectuur (dit jaar op 17 juni 2017) is het drukker dan anders in de Acaciastraat.
Heel af en toe komt de laatste bakker, Ruud Vorselaars, nog even binnen. Dan valt wellicht zijn oog op de kale peertjes aan het plafond. Die blijken een twistpunt tussen Meevis en zijn partner. Zij kunnen het niet eens worden over een andere, passende, verlichting. Lastig, want dat ongewild minimalistische past wel bij de Broodbakkery.
Broodbakkery, Acaciastraat 23, Tilburg.
© Brabant Cultureel – 2017