door Pieter Luykx
toen het nog tijd was
toen het nog tijd was en de dagen bestonden uit
land en het glanzende water, uit het vurigste
rood op de lippen, uit schouders te zacht om
te groeten, hoe vertederend mooi, onverzadigd
dit was – om hier nu te staan, stil nu jij weg bent,
de dromen ontsloten, het afscheid verzwegen.
wij hadden gewandeld
wij hadden gewandeld, de wind door je haar,
de bloem was geliefkoosd, er kraaide een haan,
in het gras sliep een eend, en jij leende de taal
jouw zachtmoedige stem, de stilte daartussen,
wij onthielden het glijden van licht op het pad,
de plek is gebleven, waar het is zoals toen,
de dagen gevuld met het licht, maar de sporen
steeds dunner, en alles aan jou doet nu pijn,
je naam ligt voorgoed in de tijd.
Pieter Luykx (Ginneken 1935) woont in Breda, waar hij werkzaam was als docent pedagogiek. Van hem verschenen verschillende dichtbundels, met als de recentste ‘Schaduw, stilte’ (2004). Ook publiceerde hij in literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland, waaronder Brabant Literair.
© Brabant Cultureel – december 2016