Een roadmovie in boekvorm schreef Maarten van Riel. Na het overlijden van zijn vader reist hij de plaatsen langs waar zijn vader als uitgezonden militair in voormalig Joegoslavië is geweest. Onder meer aan de hand van een dagboek haalt hij er herinneringen op en hij doet zijn best greep te krijgen op die oorlog en de historische en politieke context daarvan. Zijn vader reist als een herinnering mee en tegelijk haalt hij ook herinneringen op aan zijn eigen jeugd in Tilburg.
door Lindy Jense
Toen Maarten van Riel een Tilburgse jongen van dertien was, ging zijn vader Ruud bijna dood aan lymfklierkanker. Zeventien jaar later sterft hij alsnog aan acute leukemie. Zijn zoon, inmiddels afgestudeerd historicus en werkzaam bij een bedrijf dat bommen uit de Tweede Wereldoorlog opspoort, besluit op reis te gaan. Naar Bosnië, waar naartoe zijn vader als militair werd uitgezonden nadat hij in 1995 genezen werd verklaard. Met het dagboek dat hij als dertienjarige aan zijn vader had meegegeven naar het voormalige Joegoslavië bij de hand, stapt Van Riel in de auto voor een eenzame tocht door voormalig oorlogsgebied.
Hokje
Het resultaat is Op reis met mijn vader (die dood is). Een boek dat zich moeilijk in een hokje laat stoppen: is het een reisverslag, historisch werk, biografie of egodocument? Er is gelukkig veel te zeggen voor boeken die aan etiketten ontsnappen. Dit is het boek dat je schrijft als je de ontijdige dood van je vader verwerkt op de plek waar Europa’s jongste oorlog zich heeft afgespeeld. Of Van Riel helemaal in zijn opzet is geslaagd, is een andere vraag.
Het boek is in de basis chronologisch van structuur: Van Riel volgt het spoor van zijn vader, die in 1996 onderdeel was van de Implementation Force (IFOR), de vredesmacht die onder leiding van de NAVO toezag op de naleving van de vrede tussen de Serven en de moslim-Kroaten. Een gemiste kans is de basis van deze reis: Van Riel was al eerder van plan geweest om met zijn vader de plekken te bezoeken waar die als militair was geweest. Maar de plannen verdwenen in een la en toen ging zijn vader dood. Van Riel doet zo veel mogelijk zijn best om zijn dode vader als medereiziger te behandelen: hij draait de muziek waar zijn vader van hield en houdt zijn zakmes en lievelingsdrop bij de hand. Op basis van de dagboekaantekeningen bezoekt hij plaatsen waar zijn vader is geweest: Sisak, Novi Travnik, Sarajevo, Medjugorje. De reisbeschrijvingen wisselt hij af met herinneringen aan zijn eigen jeugd in Tilburg, de relatie met zijn vader en, onvermijdelijk, de geschiedenis van het verscheurde gebied waar hij doorheen reist.
Topzwaar
De drievoudige taak die Van Riel zichzelf heeft gesteld, maakt het boek inhoudelijk zo divers dat het bijna topzwaar is. De historicus in hem wil de lezer uitleggen hoe het ook alweer zat met de oorlog die aan het einde van de vorige eeuw woedde in voormalig Joegoslavië. Aangezien de wortels van het conflict diep gaan, levert dat eindeloze historische terzijdes op, waarin de auteur ons van alles bijbrengt, van de rol die de Ottomanen in het gebied speelden tot de twisten tussen Serviërs en Kroaten en de opkomst van Tito.
Op de momenten dat de schrijver zich opstelt als zoon, zijn er ontroerende anekdotes over een hechte vader-zoonrelatie met een gedeelde band waar het om het leger gaat. De vader is beroepsmilitair, de zoon geobsedeerd door alles wat met oorlog en wapens te maken heeft. De derde rol die Van Riel in dit boek op zich neemt, is die van reiziger. Hij toont zich een goede observator die mooi weet weer te geven hoezeer de mensen in Bosnië nog altijd lijden onder de gevolgen van die verschrikkelijke oorlog. Als lezer word je met je West-Europese neus weer eens op de feiten gedrukt: twintig, vijfentwintig jaar geleden werden op een dagreis van Nederland mensen tegen elkaar opgehitst om elkaar af te slachten terwijl de machthebbers in achterkamers de landkaarten opdeelden.
Dialogen
Wat een beetje jammer is, is dat Van Riel in zijn boek niemand echt aan het woord laat komen. Als hij al met mensen spreekt, vat hij achteraf de gesprekken samen, dialogen komen in het boek niet voor. Dat had het boek levendiger gemaakt. En een laatste eindredactieronde had geen kwaad gekund: er staan storende spelfouten in, zoals Ian Flemming in plaats van Fleming, en de film The Guns of Navarone wordt als Navaronne gespeld.
Tot slot, maar dat kan de lezer vooraf al weten, heeft Op reis met mijn vader (die dood is) niet echt een spanningsboog: er is geen plot, geen geheim, geen dramatisch hoogtepunt. De reiziger maakt zijn reis en keert weer terug naar huis. Een redactrice van een uitgeverij vroeg zich af of het boek daarmee wel genoeg ‘conflict’ zou bevatten. “Mijn vader is dood”, antwoordde Van Riel haar. “Dat lijkt me een aardig conflict.” Ik ben geneigd hem gelijk te geven: Van Riel had genoeg materiaal om een boek van te maken. Je zou bijna zeggen dat het te veel is.
Maarten van Riel, Op reis met mijn vader (die dood is). Amsterdam: Prometheus 2016, 256 pp.,
ISBN 978-90-351-4275-6, pb., € 19,95.
© Brabant Cultureel – oktober 2016