Het Van Abbemuseum geeft met de expositie ‘De jaren 80. Begin van het nu?’ een beeld van de roerige jaren tachtig. Dat doet het museum door van vijf landen sociaal-politieke thema’s te tonen die aan de wieg stonden van maatschappelijke veranderingen. De bijdragen van Nederland en Engeland blijven de hele expositieperiode zichtbaar, de bijdrage uit voormalig Joegoslavië maakte eind juni plaats voor presentaties uit Spanje en Turkije.
door Irma van Bommel
Het begin van de jaren tachtig in Nederland, dat roept beelden op van de verzorgingsstaat, met goede sociale voorzieningen en de Beeldende Kunstenaars Regeling. Maar door de economische crisis kwam er een kink in de kabel. Bezuinigingen werden aangekondigd, wat leidde tot onvrede. Daarmee werden de jaren tachtig ook de jaren van de demonstraties, stakingen en rellen. Het Van Abbemuseum wil het alternatieve geluid laten horen, ‘de tegencultuur’. Dat klinkt als een uitspraak van Van Kooten en De Bie. Als geen ander kon dit duo maatschappelijke ontwikkelingen op de hak nemen. Jammer dat opnamen van hun televisieprogramma’s hier ontbreken.
Bij binnenkomst wordt de bezoeker overdonderd door een overvloed aan beeld en geluid. Zo rustig als de semi-permanente opstelling van de eigen collectie (De collectie nu) is vormgegeven, zo druk is de expositie over de jaren tachtig. In de bijdrage van Nederland wordt ingezoomd op de kraakbeweging, de vrouwenbeweging, de kunstenaarsinitiatieven en de massamedia. Aan de hand van kunstwerken, maar vooral veel documentatiemateriaal en een kakofonie van geluid, afkomstig van de videopresentaties, wordt de bezoeker een andere wereld ingetrokken.
Er hangen veel tekstborden aan de wanden (voor het Van Abbemuseum ongebruikelijk veel) om de bezoeker van achtergrondinformatie te voorzien. Dat is prettig, want waar kijken we nu eigenlijk naar? Veel documentatiemateriaal, bestaande uit boekjes, foto’s en affiches. Daarnaast een enkel kunstwerk aan de wand en vooral veel videopresentaties.
Foto’s zijn er van Bertien van Manen en Catrien Ariëns, die de feministische beweging van binnenuit hebben vastgelegd. Duidelijk is te zien dat zij zelf ook deel uitmaakten van deze groepering. Van de vele affiches die aan de muur hangen, is die van de kraakbeweging ‘Geen woning, geen kroning’ wel de bekendste.
Kunstenaarsinitiatieven
In de jaren tachtig ontstonden de kunstenaarsinitiatieven. Kunstenaars die een ruimte zochten om te kunnen experimenteren, vooral met nieuwe media als performance en video, gingen zich verenigen. Ze namen leegstaande panden in gebruik. Zo is ook in Eindhoven het initiatief De Fabriek ontstaan. In de tentoonstelling zijn foto’s en video’s te zien van performances van Moniek Toebosch en het duo Marina Abramovic en Ulay in kunstenaarsinitiatieven. Later werden zij door musea uitgenodigd om ook daar performances te houden.
Daarnaast toont de expositie wat langere films die bedoeld zijn als kritiek op massamedia. Ze vormen een parodie op het medium televisie en vooral op de manipulatieve patronen. Ook zijn van Lydia Schouten videowerken te zien waarin zij de positie van de vrouw in de media aan de kaak stelt. Bijzonder is dat het Van Abbemuseum al vroeg het belang van videokunst inzag en deze vorm van kunst al vroeg is gaan verzamelen. De beelden spreken echter niet altijd voor zich (toen niet en nu ook niet), zoals bij video’s van Moniek Toebosch. Bij performances is het belangrijk te weten wat er gebeurt en hoe het is bedoeld. Gelukkig ontbreekt die informatie nu niet.
Beeldcultuur
Tegenwoordig houden veel kunstenaars zich bezig met beeldcultuur, maar deze expositie toont dat dat ook al in de jaren tachtig gebeurde. (En natuurlijk begon het allemaal al in de jaren zestig met popart.)
Het grote werk Rom 87 van Sandra Derks en Rob Scholte uit 1981-1982 dat in de eerste zaal is te zien, is al een voorbeeld van reageren op beeldcultuur. Het duo heeft kleurplaten van de Hema als uitgangspunt genomen en deze verder ontwikkeld naar steeds absurdere voorstellingen. Het laatste werk uit de serie doet denken aan composities van Jeroen Bosch. De expositie over de jaren tachtig staat in het teken van het Jeroen Bosch-jaar. En hier zien we dan de (enige?) overeenkomst. Dit omvangrijke werk waar een hele zaal aan is gewijd, werd in 1982 voor het eerst getoond in een kunstinitiatief in Amsterdam.
Black Art
De makers van de Nederlandse bijdrage aan deze expositie over de jaren tachtig hebben niet ingezoomd op de Anti-apartheidsbeweging. Maar dit onderwerp komt wel ruimschoots aan bod in het Britse deel van de expositie. Hier wordt aandacht besteed aan discriminatie van de zwarte bevolking in Groot-Brittanië en in de voormalige Britse koloniën. Dit leidde tot indrukwekkende kunstwerken.
Deze expositie vraagt om een vervolg. De deelnemende landen zijn nu beperkt tot de partners van de museumconfederatie L’Internationale. Ieder land kwam met een eigen bijdrage, waardoor het lijkt alsof maatschappelijke ontwikkelingen zoals de kraakbeweging, de vrouwenbeweging, de anti-apartheidsbeweging in één enkel land aan de orde waren, wat niet het geval was. Het zou interessant zijn deze maatschappelijke ontwikkelingen, maar ook nieuwe kunstuitingen als performance en videokunst wereldwijd met elkaar te vergelijken. En tevens deze ontwikkelingen in de kunst in een breder kader te plaatsen. Zo vinden performance en videokunst hun oorsprong in de conceptuele kunst van de jaren zeventig. En daar is ook weer de geënsceneerde fotografie uit voortgekomen.
De expositie ‘De jaren 80. Begin van het nu?’ is nog t/m 25 september te zien
in het Van Abbemuseum te Eindhoven.