Noud Aartsen (1932-2010) hoorde tot de Brabantse fotografen die Brabant tot hun hoofdonderwerp kozen. Maar ook in Ierland en Frankrijk vond hij inspiratie, zo blijkt uit een aan hem gewijde monografie die onlangs verscheen.
door Joep Eijkens
Het boek opent heel mooi met drie paginagrote foto’s. Op de eerste zien we een prachtige, zonbeschenen en schaduwrijke zandweg op een dag in mei of daaromtrent – ter linkerzijde staan in elk geval al koeien in de wei. De tweede foto lijkt een stuk vroeger in het voorjaar gemaakt te zijn en toont een half gesloopte boerderij met op de voorgrond nieuwe rioolbuizen die klaar liggen voor gebruik. En op de derde foto wordt een autosnelweg aangelegd. Alle drie foto’s gaan over Noord-Brabant: over het Brabant zoals het ooit was, zoals het veranderde en zoals het verdween onder de zegeningen van de vooruitgang.
De foto’s zijn gemaakt door Noud Aartsen en het boek is een kloeke monografie die aan zijn fotografisch werk is gewijd. Aartsen werd in 1932 geboren in Best als zoon van een breedgetalenteerde drogist die ook schilderde en fotografeerde. Zelf runde Noud een tijdlang een fotostudio in Oirschot. Het Brabantse landschap en de mensen die er woonden vormden zijn belangrijkste inspiratiebron.
Maar Aartsen beperkte zich niet tot het vastleggen van wat hij mooi vond. In de jaren zeventig raakte hij betrokken bij acties die gericht waren tegen ruilverkaveling, luchtvervuiling en andere ontwikkelingen die ten koste gingen van natuur en landschap van Brabant. Zijn camera werd zijn wapen en tal van foto’s vonden hun weg naar rapporten en publicaties van plaatselijke actiegroepen.
Ierland
Het was een ongelijke strijd. Het Brabant van zijn jeugd dat hij als een echte romanticus wilde behouden, verdween voorgoed. In zekere zin vond hij het voor een deel terug in Ierland waar hij zich in 1976 vestigde met vrouw en kind. (Er zou misschien een mooi verhaal te maken zijn van Brabanders die in de jaren zestig, zeventig als het ware in ballingschap gingen in Ierland). Het lukte hem echter niet om daar een nieuw bestaan op te bouwen en in 1980 keerde het gezin terug.
Aartsen publiceerde drie fotoboeken alvorens in 1996 te verhuizen naar de Drôme in Frankrijk. Hij overleed er in 2010.
Het archief dat hij naliet bestond uit ruim 6500 afdrukken (voorzien van eigen commentaar) en 25.000 negatieven. Geheel volgens zijn wens werd deze verzameling in 2011 overgedragen aan de Brabant-Collectie, gevestigd in de bibliotheek van Tilburg University. In zijn laatste levensjaren had Aartsen al ruim zevenhonderd foto’s aan het Brabants Landschap geschonken en ruim duizend foto’s verkocht aan de gemeente Best. Die laatstgenoemde collectie gaat over de veranderingen die de fotograaf van de jaren vijftig tot negentig vastlegde in zijn geboorteplaats. Beide verzamelingen zijn in bruikleen gegeven aan de Brabant-Collectie.
De nu gepubliceerde monografie – met teksten van Ton Lemaire, Paul Maas, Emy Thorissen en Matthijs Schouten – biedt een ruime keuze uit de hele fotografische nalatenschap van Aartsen, althans wat zijn vrije werk betreft. Brabant beslaat het grootste deel van de inhoud van het boek. Aardig te zien dat Aartsen al in de jaren vijftig foto’s maakte van Sjo Pol, de vrouw van het Bestse boerenpaar dat Toon Michiels een kleine twintig jaar later vereeuwigde in zijn beroemde publicatie Zeldzame mensen (1974). Vergelijk je beide fotografen wat dit ene onderwerp betreft, dan zie je dat Aartsen veel oppervlakkiger en afstandelijker te werk is gegaan.
Snelweg
Als landschapsfotograaf maakte hij denk ik zijn beste werk; ook die ene foto van de aanleg van een snelweg uit het begin hoort daarbij. De laatste hoofdstukken van het boek zijn gewijd aan werk dat hij in Ierland, respectievelikl Frankrijk maakte. Opmerkelijk is de serie die hij al in 1963 realiseerde over het roomse leven in Saint-Laurent-sur-Sèvre. Ook weer zo’n onderwerp van ‘vastleggen voordat het te laat is’.
Aartsen werkte doorgaans in zwart-wit. Kleurenfotografie ging hem duidelijk minder goed af. Dat blijkt uit de in het boek opgenomen kleurenfoto’s die betrekking hebben op de periode dat hij in Frankrijk woonde. Wat dat betreft leverde Ierland een rijkere oogst op.
Noud Aartsen. Met teksten van Ton Lemaire, Paul Maas, Matthijs Schouten en Emy Thorissen
’s-Hertogenbosch: Aldus Uitgevers, 2016. ISBN 9789070545376, € 23,95
(Foto aan het begin: ‘Eenvoudige kost’, Ierland ca. 1978.
© Noud Aartsen | Brabant-Collectie Tilburg University)
© Brabant Cultureel – april 2016
De 2e foto betreft niet de zinkfabriek van Budel (Dorplein) maar de toenmalige ‘Metallurgie’ in Overpelt.
Beste heer Caelers,
De auteur van het artikel zegt dat het onderschrift bij de foto verwijst naar de zinkfabriek in Budel. We hebben ook (oude) foto’s van de fabriek in Overpelt bekeken en die vergeleken met de foto van Noud Aartsen. In die foto van Aartsen zou dan het kanaal zichtbaar moeten zijn en dat is niet zo.
Emmanuel Naaijkens
Wnd. hoofdredacteur Brabant Cultureel
Dat kanaal is niet zichtbaar vanuit die hoek (logica, Emmanuel!) Maar het is desalniettemin welzeker de zinkfabriek van Overpelt.
Neem even de tijd en bestudeer de schoorstenen en vergelijk ze met de schoorstenen van de zinkfabriek in Budel.
Even tijd insteken en niet lukraak iets neertypen meneer Emmanuel Naaijkens…
Groet,
Serge Caelers