Het nieuwe college van Gedeputeerde Staten heeft zijn plannen gepresenteerd voor het cultuurbeleid in de periode tot 2020. De bestuurlijke marges zijn smal, maar er worden toch behoorlijk wat piketpaaltjes verplaatst.
door Emmanuel Naaijkens
Joop den Uyl, ooit de leider van de PvdA, schreef veertig jaar geleden dat de marges smal zijn in de democratie. Hij bedoelde te zeggen dat een ingrijpende omwenteling van een samenleving ondenkbaar is, zover reikt de invloed van de politiek niet. Politieke vaandeldragers zullen genoegen moeten nemen met kleine stapjes voorwaarts. Die smalle marges zien we terug in het (concept) Uitvoeringsprogramma Cultuur 2020, dat het college van Gedeputeerde Staten heeft opgesteld. De verantwoordelijk gedeputeerde Henri Swinkels is van SP-huize, een partij die links in het politieke spectrum staat. Maar het cultuurbeleid dat hij heeft uitgestippeld, is nergens revolutionair of spectaculair.
Hij gaat verder op de lijnen die al onder het vorige college zijn uitgezet in de Cultuuragenda. Maar het is beslist geen oude wijn in nieuwe zakken wat gedeputeerde Swinkels presenteert in zijn Uitvoeringsprogramma. Hij legt links en rechts andere accenten, en verplaatst hier en daar wat decorstukken. En soms zullen de effecten daarvan groter zijn dan op het eerste gezicht lijkt. Dat doet me denken aan een andere vergelijking: een schip dat zijn koers bij vertrek een paar graden verlegt, komt op den duur op een heel andere bestemming aan dan oorspronkelijke beoogt.
Het is ondoenlijk om de hausse aan beleidspunten in dit korte bestek te bespreken, dus ik beperk me tot een aantal zaken die me zijn opgevallen.
- In het jaar 2020 moet Brabant een CULTUURSYSTEEM hebben dat staat als een huis. Vanuit de volgende overwegingen zoals geformuleerd in de nota:
- brede basis, die er voor zorgt dat cultuur dicht bij de Brabantse burger is en mogelijkheden biedt aan mensen om kennis te maken met cultuur en zich op cultureel gebied te ontwikkelen;
- verbindingen tussen cultuur en haar omgeving. Denk bijvoorbeeld aan inzet van cultuur en creativiteit ten behoeve van de maatschappelijke opgaven;
- een toonaangevende top die zorgt dat cultuur haar rol in de ambitie van innovatieve topregio glansrijk kan invullen en Brabant op cultureel gebied the place to be is.
- De provincie benadrukt nogmaals dat cultuur voor haar een BELANGRIJKE TAAK is. Weliswaar in relatie tot leefbaarheid, en (vrijetijds-)economie. Maar toch. Cultuur als beleidstaak lijkt voor de hand liggend, maar dat is het niet. Er zijn provincies voor wie dat iets in de marge is. En in een tijd dat op lokaal niveau her en der bezuinigd is, of wordt op kunst en cultuur, is dit een goed signaal (Overigens zien nog niet alle grote gemeenten in Brabant dit als een aansporing om in eigen huis meer oog te hebben voor de cultuursector, in het bijzonder de amateurkunst. Aldus lid van Provinciale Staten Jeroen Hageman (D66) tijdens een Statenvergadering, november 2015).
- Veel nadruk is er in het beleid op het belang van de vele AMATEURKUNST die Brabant rijk is. Als fundament van een cultuurpyramide, met op de spits de topkunst. Gedeputeerde Henri Swinkels (SP) legt het in een filmpje op de site van de provincie uit. Die bouwstenen vormen een geheel, en talenten moeten vanuit de basis naar boven kunnen doorstromen. Anders gezegd: ook lokale muziekscholen kunnen bijvoorbeeld een kweekvijver voor talent zijn. Waarmee maar weer eens gezegd is dat we lokale cultuurverenigingen en – instellingen moeten koesteren. Dat is vooral een gemeentelijke verantwoordelijkheid.
- Brabant haakt aan bij het programma van OCW dat heet CULTUUREDUCATIE MET KWALITEIT. Want ook in Den Haag is doorgedrongen dat er lokaal her en der wel erg rigoureus gesneden is in de cultuursector. Dat programma biedt perspectieven voor lokale initiatieven, en de provincie steunt die van harte. Op voorwaarde dat de lokale overheden ook ‘ja’ zeggen. Hopelijk is de oproep van de provincie niet aan dovemans oren gericht.
- De PROFESSIONELE KUNSTBEOEFENAARS (podiumkunsten en visuele kunsten) krijgen ook een steun in de rug. Onder meer door Brabantse kunstinstellingen, die erin slagen om landelijk een meerjarige subsidie in de wacht te slepen, in aanmerking te laten komen voor provinciale subsidie. En op de tweede plaats komt er geld beschikbaar voor kansrijke initiatieven en Brabantse topspelers voor de toekomst. Ook hier geldt als voorwaarde dat de partijen in de samenleving (gaan) staan.
- TALENT en de ontwikkeling van talent krijgt ruim baan. De provincie wil die creatievelingen binnenboord houden. Want: ‘Talenten zijn van belang voor artistieke groei en nieuwe aanwas. Het zijn aanpakkers die een buurt, wijk, dorp of stad aantrekkelijker kunnen maken met nieuwe, verassende initiatieven’.
- TALENTHUB BRABANT is ontstaan nadat door (landelijke) bezuinigingen productiehuizen omvielen. Het is vooral een netwerk dat jonge kunstenaars op weg helpt. Het wordt wel een Productiehuis Nieuwe Stijl genoemd. Volgens GS is er ook landelijk veel interesse voor dit model. Voor twintig jonge culturele ondernemers stelt de provincie jaarlijks een startsubsidie beschikbaar.
- Het symfonieorkest PHILHARMONIE ZUIDNEDERLAND (en fusie van Het Brabants Orkest en het Limburgs Symphonie Orkest in 2013) krijgt van de provincie de kans om door te groeien. Maar ook hier met de voorwaarde dat het orkest (nog meer) banden smeedt met cultuureducatie en amateurkunst.
- BKKC en de KUNSTBALIE moeten afslanken. Voor hen geldt ‘schoenmaker houd je bij je leest’. Hun taak wordt ‘een meer directe en vraag-gestuurde ondersteuning van de cultuursector.’ En dat betekent minder geld voor deze uitvoeringsorganisaties, en meer voor de culturele sector, bijvoorbeeld voor inkoop van advies.
- Er is in de samenleving debat of iedereen wel de (TAAL)VAARDIGHEDEN heeft om de 21e eeuw maatschappelijk bij te kunnen benen. Een wake-up call zijn recente publicaties dat nogal wat kinderen achterlopen in hun leesontwikkeling. En ook hier komt de provincie om de hoek kijken: ‘We vinden het belangrijk dat in Brabant laagdrempelige voorzieningen beschikbaar zijn zodat alle Brabanders kunnen kennismaken met en deelnemen aan cultuur en de (informatie)maatschappij. Bibliotheken, binnen- en buitenschoolse cultuureducatie en amateurkunst voorzien hierin’.
- En goed nieuws voor de DANSSECTOR. De provinciale nota: ‘Het Brabantse dansveld heeft veel last gehad van de bezuinigingen, maar heeft zich door een coöperatieve houding in korte tijd weten te herpakken. Samen met de partners in het platform dans wil de provincie de dansscène de ruimte bieden om behaalde successen te verankeren. Daarmee kan het aanwezig dans- en choreografietalent dat Brabant heeft zich verder artistiek ontwikkelen en zich veel beter zichtbaar maken.’
Provinciale Staten moeten dit voorjaar het Uitvoeringsprogramma Cultuur 2020 vaststellen. In 2016 staat er op de provinciale begroting bijna 66 miljoen euro voor cultuur en samenleving. De totale uitgaven van de provincie Noord-Brabant bedragen ongeveer 1.2 miljard euro.
filmpje Henri Swinkels over amateurkunst
Cultuureducatie met kwaliteit
©Brabant Cultureel – februari 2016